We vragen het de kinderen in onze programma’s regelmatig: wat wil je later worden? Brandweer, buschauffeur, dokter… De jonge Hilda de Vries wilde voornamelijk werk doen waarbij ze iets goeds deed voor anderen. En dus kwam ze 40 jaar geleden bij Woord en Daad in dienst. En dat moest vandaag natuurlijk gevierd worden.
Woord en Daad bestaat dit jaar 47 jaar, en Hilda was dus één van de eerste stafleden. Het is dus niet zo gek dat Hilda vandaag, tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van Woord en Daad waarin haar jubileum werd gevierd, door collega’s werd bestempeld als het ‘wandelend archief’. Al bleek dat niet alleen vandaag de dag zo te zijn. Oud-collega Henk de Pater herinnerde zich dat ook in de beginjaren van Woord en Daad, Hilda altijd precies wist ‘wat waar lag’. Dat was nog de tijd van stapels papier in grote ordners, maar: ‘Hilda wist het altijd te vinden’.
Onvermoeibaar
Hilda’s punctualiteit, maar ook haar doorzettingsvermogen en loyaliteit werd niet alleen door collega’s geroemd. Ook partners uit verschillende delen van de wereld gaven via een videoboodschap blijk van hun waardering. Daniel Jean Louis uit Haïti noemde Hilda ‘trouw en standvastig’ en Jozias Oudraego uit Burkina Faso zei dat ‘Hilda wel onvermoeibaar leek’. Directeur van Woord en Daad Rina Molenaar vatte het treffend samen: ‘Als ik aan Hilda denk? Dan denk ik aan goud. Hilda is gewoon goud.’
Veranderd, maar hetzelfde
40 jaar is een lange tijd. Ladingen papier en ordners zijn verleden tijd. Maar: ‘de kern van Woord en Daad is niet veranderd.’ zegt Hilda. Ook vandaag de dag wil Woord en Daad van toegevoegde waarde zijn met een schoolopleiding voor een kind, een baan voor een jongere en genoeg te eten voor een gezin.’ Dat Hilda daar al vroeg mee begaan was bleek wel toen haar familie deelde dat Hilda vroeger samen met haar vriendinnetje naar de stad ging, om daar ‘geld op te halen voor de arme kinderen’. Toen de politie ze aansprak zijn ze maar gestopt…
In de laatste woorden van haar speech verwees Hilda naar de missie van Woord en Daad. ‘Ook al werken we nog 40 jaar: we realiseren ons dat we leven in een gebroken wereld. Maar we mogen verder kijken. En doorgaan met het streven naar zichtbare tekenen van Gods komend Koninkrijk. ‘