De dr. M. Lutherschool op Urk steunt vijf sponsorkinderen. Een bijzondere prestatie, zeker in deze tijd. De coronapandemie creëert veel onzekerheid, maar brengt mensen ook dichter bij elkaar. Marja Kaptein: ‘We voelen ons nu meer verbonden met onze sponsorkinderen en hun gezinnen.’
Dit is een artikel uit Werelddelen (december 2020).
Marja Kaptein-Baak (43) woont op Urk en noemt zichzelf een ‘bezige bij’. ‘Ik ben gelukkig getrouwd en gezegend met zes kinderen in de leeftijd van 12 tot 23 jaar. Naast dat ik fulltime moeder ben, doe ik vrijwilligerswerk in school en kerk. Zo ben ik iedere dinsdag in de schoolbibliotheek vinden,’ vertelt ze. Toen kwam de coronacrisis.
Verbonden
‘Je zoekt naar mogelijkheden om de gewone dingen op een andere manier in te vullen. Wij mensen denken alles te beheersen, maar we hebben gezien dat zo opeens alles anders kan worden,’ vervolgt ze. ‘We moeten leren dat we in alle dingen, op ieder moment van de dag, in blijdschap en verdriet afhankelijk zijn van de Heere en op Hem mogen vertrouwen.’
Toch zijn er ook veel dingen waar ze dankbaar voor is. ‘Je bent meer op elkaar aangewezen en dat is goed. En ondanks dat kerkdeuren dicht gingen, ben ik dankbaar voor de mogelijkheden die we tegenwoordig hebben. Omdat we allemaal met dezelfde coronacrisis te maken hebben, voelen we ons nu ook meer verbonden met onze sponsorkinderen en hun gezinnen. Normaal zijn er de verschillen tussen rijk en arm en treffen hongersnoden, droogte en natuurrampen meestal de derdewereldlanden. Deze crisis treft ons allemaal.’
Dichtbij
‘Wij steunen als school vijf sponsorkinderen uit drie verschillende landen,’ legt vrijwilliger Marja uit. ‘Toen de leerlingen thuis zaten, heb ik een nieuwsbrief verstuurd waarin ik vertelde over onze sponsorkinderen die ook door de coronacrisis thuis moesten blijven, omdat alles in hun land gesloten was. Ook deden we een envelop op de post om onze sponsorkinderen te bemoedigen.’
Ze doet haar best om de sponsorkinderen dichtbij te brengen. ‘Op de gang hangt een mooi prikbord van een wereldkaart met alle foto’s van de sponsorkinderen en in iedere klas staat een fotolijst. Elke maandag nemen de kinderen zendingsgeld mee. Ook maak ik regelmatig een nieuwsbrief. Toen scholenvoorlichtster Ineke Brand bij ons op school vertelde over haar ontmoeting met één van onze sponsorkinderen in Guatemala, kwam het wel heel dichtbij. Mooi is het als ik op school kom en er dan opeens een meisje naar me toe komt met een gevuld spaarpotje en zegt: “hier juf, voor de arme kinderen”. Op deze manier zien we dat het sponsoren van een kind onze (school)kinderen raakt.’
‘Het gebed is het krachtigste wapen in deze moeilijke en onzekere tijd,’ besluit ze. ‘We blijven voor onze sponsorkinderen bidden, voor het werk van Woord en Daad en voor alle hulp die geboden wordt wereldwijd.’
Door Henriët Roseboom, communicatiemedewerker