Het was zijn eerste reis buiten wat hij noemt ‘de geciviliseerde wereld’. ‘Ik heb redelijk wat gereisd, maar in Afrika was ik nog nooit geweest.’ Aan het woord is Goos den Hartog (59), lid van de raad van toezicht van Woord en Daad. Afgelopen september reisde hij met enkele leden van diezelfde raad en directeur-bestuurder Rina Molenaar af naar dit continent om daar een aantal projecten te bezoeken. De ondernemer uit Ochten – tevens heemraad bij het waterschap Rivierenland – zal de reis niet snel vergeten en is onder de indruk van ‘de verschillende typen projecten’ die het drietal bezocht. Maar ook kwam hij geschokt terug. ‘Het is niet te geloven dat er mensen zijn die niet eens schoon water hebben om te drinken. Met alle gevolgen van dien. De tranen schieten je in de ogen als je dat ziet.’
Foto: Drie leden van de Raad van Toezicht op reis in Ethiopië (v.l.n.r.: Goos den Hartog, ds. C. Westerink, Richard Toes).
Goos is al vele jaren bestuurlijk en politiek actief en probeert – zoals hij het zelf zegt – linksom of rechtsom een bijdrage aan de maatschappij te leveren. Een advertentie van Woord en Daad waarin een lid van de raad van toezicht werd gevraagd, trok zijn aandacht. ‘Ik zit 25 jaar in de waterwereld, op dit moment als bestuurder/wethouder en dacht: misschien kan ik bij Woord en Daad met mijn bestuurlijke ervaring en kennis van water en mijn waterrelaties wat bijdragen. Zo kwam van het een het ander. Mijn vrouw Marja is trouwens actief in de Woord en Daad-winkel in Ochten.’ In de schaarse vrije tijd die nog rest, is de Ochtenaar graag bezig in zijn tuin en met zijn pony’s. Ook lezen is een favoriete hobby.
Het eerste project dat op de agenda stond was in het mooie en vruchtbare Noord-Oeganda. Goos: ‘Daar bezochten we een bijen/honingproject dat Woord en Daad met een partnerorganisatie heeft opgezet en een WASH (Water, Sanitation and Hygiene) drinkwaterproject. Het is mooi om te zien dat vooral kleine boeren gestimuleerd worden om extra inkomsten te verwerven uit de honing productie. Daarbij is het houden van bijen goed voor de biodiversiteit; door de bestuiving kunnen meerdere gewassen groeien. Terwijl het relatief weinig moeite en tijd kost om bijen te houden, heeft het een groot effect voor kleine bedrijfjes. Als ik een boer hoor vertellen dat hij een extra inkomen heeft door de honing waardoor zijn bedrijfje meer toekomst perspectief heeft, dan raakt mij dat en daar doen wij het als Woord en Daad voor!
Maispap van vies water
Van Oeganda ging de reis naar Addis Abeba in Ethiopië, waar het drietal een bezoek bracht aan het HOPE/ TVET (Technical and Vocational Education and Training)-project. ‘Leerlingen krijgen naast basisonderwijs ook vervolg door vakonderwijs uniforme kleding een ontbijt en een lunch op school. Ze krijgen echt kansen die mogelijkheden bieden voor de toekomst. Zeker 85 procent van de ruim 800 sponsor kinderen heeft na school een baan of gaat als zelfstandige aan de slag. Ik ben daarvan onder de indruk.’ Zelf heeft Goos sinds zeker twintig jaar een sponsorkind van Woord en Daad.
Een bezoek aan een kippenslachterij volgde. ‘We zijn bij een bedrijf geweest dat werkt volgens de ei-tot-slachtkipkringloop. Dat vond ik bedrijfsmatig heel interessant.’ Door deze duurzame kringloop kunnen veel kleine boeren door kippen te houden een stabiel inkomen verwerven waardoor ze in staat zijn hun kinderen en gezinnen een betere toekomst te bieden. Geraakt was Goos door het Shalla drinkwaterproject ten zuidoosten van Addis Abeba. ‘Het was ronduit shockerend om te zien hoe mensen daar leven zonder schoon drinkwater en onder slechte hygiënische omstandigheden. Ik was daar nog nooit zo mee geconfronteerd. Alles ontbreekt er behalve de maispap gemaakt van vies water. Mensen worden er ziek van en kinderen zijn er te klein voor hun leeftijd. We kregen er tranen van in onze ogen. Het is prachtig dat Woord en Daad samen met lokale partners drinkwatervoorzieningen naar de dorpjes aan kan leggen. Het geeft mogelijkheden om de toekomst te veranderen voor de mensen.’
Na een bezoek aan een opvanghuis voor straatkinderen was Goos getuige van de ondertekening van documenten rondom het kersverse WaterPricing-project (een project waarin zes partijen samenwerken aan goed waterbeheer van de Awashrivier). ‘60 jaar geleden is er bij die rivier al een modern gemaal gebouwd en een prachtig irrigatiesysteem aangelegd. Maar helaas is dit slecht onderhouden. De politiek of de mensen hebben het erbij laten zitten. Daardoor levert de oogst van suikerriet en passievruchten in de regio veel minder op dan zou kunnen. Het is mooi om het systeem te optimaliseren.’
Tekst gaat onder de foto verder.
Poldermodel
De kracht van het project zoals het nu wordt vormgegeven, is volgens Goos dat boeren per hectare een bedrag moeten betalen voor voldoende water toevoer en afvoer. ‘Het blijft wel complex, want er hangt veel af van partnerorganisaties en landeigenaren. Maar ik geloof erin. Als de boeren betalen krijgen ze genoeg water in droge tijden en wordt er in de natte periode voldoende water afgevoerd. Veel grote, maar zeker ook kleinere boeren hebben er baat bij. Het werkt eigenlijk hetzelfde als in Nederland bij de waterschappen. Van de bijdragen van de boeren kunnen er voorzieningen worden aangelegd en onderhouden waar ze vervolgens van profiteren.’
Het is niet verbazingwekkend dat vooral de waterprojecten de interesse hebben van de heemraad. ‘Goed monitoren en onderhoud van de watergangen en van het talud is hierbij heel belangrijk. Daar zou ik best in mee kunnen denken. Het goed beheren en onderhouden van het watersysteem/stuwen/gemalen is van groot belang voor de toekomst van dit gebied. Met dit systeem is daar ook geld voor en het eigenaarschap ligt bij de betrokken boeren groot of klein. Het is een heel boeiend project.’
Bij de projectleiders van Woord en Daad merkt Goos dat ze niet alleen inhoudelijk betrokken zijn bij een project, maar ook bij de medemens. De drive om voor de naaste wat te willen betekenen, moeten ze ook wel hebben, vindt hij. ‘Anders loop je tegen een muur aan. Je moet altijd rekening houden met de lokale gebruiken. Als Nederlander sla je snel een paar hoofdstukken over als je dat niet doet.’
De reis heeft het werk van Woord en Daad voor Goos meer een gezicht gegeven. ‘Het is toch heel wat anders als je de projecten met eigen ogen ziet, en de noodzaak voor de medemens daar aan de lijve ondervindt dan wanneer je projectrapportages op papier leest.