Maandag 24 januari 2022
Voor de eerste keer op reis voor Woord en Daad. De clichés blijken waar te zijn. Lezen op papier is anders dan in het echt. Op papier mis je de zintuigen, die zo nodig blijken te zijn om écht te kennen en begrijpen. Te begrijpen hoe ontzettend nodig en belangrijk het werk van onze partnerorganisatie AMG is.
Ruiken. Op het moment dat je in Guatemala uit het vliegtuig stapt, weet ik, ruik ik, dat ik op een ander continent bent. In de lucht hangt de geur van vulkanen, eeuwige lente. Op straat de geur van versgebakken tortilla’s, zorgvuldig met de hand gekneed door een vrolijk lachende vrouw in een stalletje. Maar ook van motoren en auto’s; het verkeer in Guatemala City gaat altijd door!
Horen. Als ik in een afgelegen Maya community het AMG centrum binnen loop, hoor ik het gezang van kinderen. Het is hun eerste schooldag na de vakantie. Ik hoor verhalen van docenten, die zelf als kind in het sponsorprogramma zaten, en nu met passie en plezier vertellen hoe zij kinderen een toekomst geven. Ik luister naar Alex, Ruth en Alexandra van AMG, die bevlogen vertellen over het onderwijsprogramma en hoe zij continu gericht zijn op kwaliteitsverbetering. Ik luister naar een jongetje, in een afgelegen dorpje. We vragen hem hoe hij heet. Hij heeft geen naam – zijn ouders hebben hem niet ingeschreven. Officieel bestaat hij niet. Buren noemen hem Henry.
Zien. Ik zie deze dagen veel lachende ogen boven de mondkapjes. Kinderen die naar me zwaaien. Bedelaars. Professionele computerlabs in de scholen. Lachende docenten bij een docenttraining. Ik zie een mooi onderhouden school, met een psychologisch centrum. Maar ook zie ik de wijk erachter, met veel geweld, drugs en bendes. Guatemala is een land van uitersten. Het schoolkamp, met vrolijke stapelbedden en een sportveld, waar kinderen even kind kunnen zijn. Ik zie de vulkanen, die nooit aflaten hun rook en vuur in de lucht te spuwen. Het hutje zonder stromend water, vol kieren in het dak van golfplaten – in de regentijd loopt het water het huis binnen. In het hutje een jongetje van vijf jaar oud. Hij heeft een ziekte waarbij hij continu zijn botten breekt en ligt altijd op bed. Op zo’n moment is zien voldoende, vragen voelt bijna te veel.
Proeven. We bezoeken een vrouw die behalve haar kippen en wat verbouwde gewassen niets heeft. Ze geeft ons een hele tros bananen mee van haar eigen bananenboom. Ik proef kip, bereid door kok Elizabeth, de beste kok van het land volgens de staf op het schoolkamp waar de kinderen één keer per jaar heen gaan. Zwarte bonen en de koffie, die hier altijd sterk en goed is. We plukken vruchten van een boom. Veel kinderen hebben geen geld om snoepjes te kopen; dit zijn hun snoepjes!
Voelen. Ik voel een boks van één van de docenten. Een omhelzing, waarmee ik afscheid neem na een aantal dagen. Maar het gaat hier voorbij het zintuigelijke voelen. In Guatemala voel je de passie van de mensen. De trots op het land. De enorme drive om Gods liefde aan de kinderen te laten zien en door te geven en om te dienen. We voelen een gezamenlijke droom, een connectie. Hier doen we het voor, met elkaar.
Over de auteur
Irma den Hollander is projectexpert van verschillende onderwijsprojecten in Midden en Latijns-Amerika. Ze is nu voor het eerst op reis naar Guatemala voor een projectbezoek. Samen met lokale partners bouwt ze aan duurzame onderwijssystemen, want elk kind verdient toegang tot kwalitatief, christelijk onderwijs.