“Maatschappelijke organisaties zijn onze ‘waterambassadeurs’. De waterspecialisten van Woord en Daad brengen waterkennis juist naar waar het nodig is. We hebben hen nodig om te laten zien wat Nederland kan doen als ergens geen drinkwater meer is of als mensen door overstromingen alles zijn kwijtgeraakt.” World Water Week is voor nationaal watergezant Meike van Ginneken reden om het belang van organisaties als Woord en Daad te onderstrepen.
Wat zijn de belangrijkste taken van een nationale watergezant?
“Als het boegbeeld van Nederland Waterland in het buitenland, deel ik graag onze Nederlandse waterkennis en verbind buitenlandse partijen met onze overheid. De universele problemen met water kunnen een ingang zijn voor samenwerking. We zetten onze waterkennis in als ‘soft power’.
Ook help ik de Nederlandse overheid om te leren van andere landen. Als watergezant coördineer ik de aanpak van verschillende ministeries en werk samen met Nederlandse kennisinstituten, het maatschappelijk middenveld en bedrijven.”
Wat zien we daarvan?
“Ik spreek vaak op internationale fora omdat we als Nederlandse overheid het belangrijk vinden dat water op de internationale politieke agenda staat. Bij een landenbezoek help ik de Nederlandse ambassades om hun waterprogramma vorm te geven. Zo was ik in juli in Porto Alegre (Brazilië), waar Nederlandse experts hielpen na de overstromingen vorig jaar. Soms ga ik mee op handelsmissies, zoals laatst naar Indonesië, om onze waterkennis te delen.”
Kringloop uit balans
Kort na uw aantreden in 2023 hebt u gewaarschuwd dat de wereldwijde kringloop van water uit balans is. Welke rol speelt Nederland in het herstellen van die balans?
“Als overheid namen we het initiatief voor de ‘Global Commission on the Economics of Water’ – een denktank van onafhankelijke specialisten om de urgentie van waterbeheer te agenderen. Die commissie concludeerde dat we als mensheid de watercyclus uit balans hebben gebracht door ontbossing en verstedelijking, te hoog watergebruik en klimaatverandering.
De commissie gaf aan wat we moeten doen om de kringloop van water te stabiliseren. Ons land draagt hier al op verschillende manieren aan bij, bijvoorbeeld door water en bodem sturend te maken in onze ruimtelijke ontwikkeling. Tegelijk moeten ons realiseren dat we indirect veel water gebruiken in andere landen: onze handelsstromen hebben gevolgen voor de watercyclus.”
Brengt dat inzicht ons verder?
“Zeker! Elke Nederlander kan helpen de waterkringloop te stabiliseren door minder te consumeren. Wees je bewust van de ‘waterafdruk’ (footprint) van je aankopen. En natuurlijk kunnen we door onze kennis en internationale samenwerking andere landen helpen. Naast ‘blauw water’ (water in rivieren, meren, zeeën en grondwater) is ook aandacht nodig voor ‘groen water’ (water in de lucht, bodem en vegetatie). De invloed van het groene water heeft namelijk een groter effect op de watercyclus dan we tot nu toe dachten.”
Hoe zorgwekkend is de waterkwaliteit in Nederland? Is er toch wel iets gedaan?
“De Zweedse hoogleraar Internationale Gezondheid Hans Rosling heeft heel duidelijk langetermijntrends in verschillende landen in kaart gebracht. ‘Things can be better and bad at the same time’, is een bekende uitspraak van hem. Dat vind ik typerend voor waterkwaliteit in Nederland. Kijkend over lange termijn is het water in Nederland schoner geworden. In de jaren tachtig was de Rijn vreselijk vies, een dode rivier. Nu roei en zwem ik in het water van diezelfde, maar reinere Rijn. Dat komt doordat we rioolwaterzuiveringsinstallaties bouwden en regels opstelden die industrieën schoner maakten.
Toch zijn er nog steeds problemen met waterkwaliteit. Denk aan de impact van PFAS en stikstof. De waterdoelen die we onszelf hebben opgelegd voor 2027, halen we waarschijnlijk niet. Maar de verbetering in de afgelopen decennia laat ook zien dat schoner water wel degelijk haalbaar is! We moeten aan de bak om ook de waterkwaliteitsproblemen van vandaag op te lossen.”
Veiliger drinkwater
Welke lessen kunnen we trekken uit (inter)nationale projecten om de waterkwaliteit te verbeteren?
“De eerste les die ik trek, is dat verandering begint bij bewustwording en bij burgers die druk zetten op overheden, boeren en industrieën om vervuiling te verminderen. Dat gaat soms langzamer dan je wilt, maar ik zie in veel landen vooruitgang. Zeven jaar geleden werkte ik aan afvalwaterzuivering langs de Ganges in India. Dat leek toen helemaal niet op te schieten. Nu wordt steeds meer afvalwater gezuiverd zodat de waterkwaliteit van de Ganges langzaam verbetert.
Of denk aan drinkwater. Een generatie geleden had veertig procent van de wereldbevolking geen toegang tot veilig drinkwater. Nu heeft ongeveer een op de tien mensen wereldwijd geen veilig drinkwater. We kunnen best veel als we het willen! Beter water vereist technologie, maar ook sociale druk, een sterke overheid en geld. Het gaat niet vanzelf, het vereist doorzettingskracht.”
In 2023 is de Water Action Agenda gelanceerd. Welke concrete stappen zijn sindsdien gezet?
“Tijdens de VN-Waterconferentie van 2023 hebben overheden, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties wereldwijd zich verplicht tot meer dan achthonderd acties in de Wateractieagenda. Met resultaat! Van dorpen tot steden, van stroomgebieden tot nationale overheden doet men mee. Ze inspireren me als ik ze tijdens mijn reizen zie.”
Kunt u voorbeelden noemen?
“Genoeg! In Noord-Egypte kunnen boeren hun huizen en bestaansmiddelen beschermen tegen de stijgende zeespiegel door natuurlijke kustbeschermingsoplossingen. In Colombia integreert de overheid waterbeheer in de ruimtelijke ordening. Een Nederlandse bankier regelde een blue bond van 5 miljard euro voor de Nederlandse overheid (geld voor investering via het Deltafonds dat maatregelen financiert voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening). Burgemeesters maken gebruik van water om hun steden leefbaar en klimaatbestendig te maken. In Irak helpen efficiënte irrigatietechnieken boeren hun gezinnen te voeden.
Geïnspireerd door de VN-Waterconferentie van 2023 zijn jongeren overal ter wereld actief voor beter waterbeheer in hun gemeenschappen. Deze voorbeelden staan niet op zichzelf. Ze laten zien dat de VN-waterconferentie heeft geleid tot een wereldwijde waterbeweging.”
Water verbindt
Hoe kunnen Nederlandse NGO’s zoals Woord en Daad helpen bij de uitvoering van deze agenda?
“Woord en Daad kan helpen door haar waterprogramma’s goed uit te voeren. En door anderen, bijvoorbeeld arme gemeenschappen in Afrika, te helpen bij betere watervoorziening en waterbeheer. Maar er is nog steeds heel veel te doen, het moet echt nog beter.”
Dat is niet altijd eenvoudig. Woord en Daad werkt in een conflictgebied als Tigray (Ethiopië) aan waterinfrastructuur. Welke rol kan water spelen in vredesopbouw en stabiliteit?
“Water verbindt. Dat kan een reden zijn voor gemeenschappen om samen te komen. Zo sloegen boeren en burgers eeuwen geleden in ons land de handen ineen om zich tegen overstromingen te beschermen; daaruit zijn onze huidige waterschappen voortgekomen. Maar water kan ook tot conflicten leiden – het kan een wapen, een slachtoffer of een trigger van conflicten zijn.”
Kunnen diplomatie en ontwikkelingssamenwerking hierin samenwerken?
“Absoluut. Onze kennis en diplomatie kunnen helpen om via water mee te werken aan vredesopbouw en stabiliteit. Op lokaal niveau bijvoorbeeld door waterprojecten te plannen met zowel boeren als veehouders die om water strijden. Op internationaal niveau door met internationale riviercommissies samen te werken om conflicten over water tussen landen te voorkomen of te verminderen. Voor mij horen diplomatie en ontwikkelingssamenwerking bij water gewoon direct bij elkaar.”
Goede reputatie
Ons land heeft door zijn strijd tegen het water wereldwijd een geduchte ‘waterreputatie’ opgebouwd. Kunnen of moeten we die nog versterken?
“Nederland-waterland is inderdaad een heel goed visitekaartje. Dat imago wil ik het liefst nog verbreden. Onze waterreputatie gaat nu nog vooral over waterbeheer in infrastructuur: iedereen kent de Deltawerken, veel mensen in het buitenland kennen onze ruimte voor de rivier. Maar Nederland heeft ook veel te bieden voor drink- en afvalwater – zowel technologisch als bestuurlijk.
We zijn een voortrekker op het gebied van klimaatadaptatie, het vermogen om je aan te passen aan extremer weer, aan wateroverlast of droogte. Ik hoop dat ik kan helpen aan blikverruiming: dat mensen bij Nederland-waterland niet alleen aan onze dijken denken, maar ook aan onze integrale oplossingen voor waterzekerheid en klimaatbestendigheid.”
Wat kan Woord en Daad op dat vlak betekenen?
“Maatschappelijke organisaties zijn waterambassadeurs. De waterspecialisten van Woord en Daad brengen waterkennis juist naar waar het nodig is. Mijn eerste baan was bij Artsen zonder Grenzen; ik heb nog steeds veel respect voor het werk met gemeenschappen van vluchtelingen, ontheemden of andere kwetsbare groepen. Ga daar mee door!
Tegelijk hebben we maatschappelijke organisaties die in het buitenland werken, nodig om in Nederland te vertellen wat er elders gebeurt. Om te laten zien dat mensen elders geen drinkwater hebben. Dat er niet genoeg water om hun kinderen te voeden. Dat mensen echt alles kwijt zijn bij overstromingen. En: dat we daar iets aan kunnen doen als Nederland. Met onze waterkennis en met een beetje solidariteit kunnen we elders een groot verschil maken. Ik hoop dat de wereldwaterweek dat besef versterkt.”