Het appartement van Karima Irbahim zwiepte van links naar rechts en zelfs de ondergrondse werkplaats van Zadik Kharnoulian liep schade op. De immateriële schade van de explosie in de haven van Beiroet is veel ingrijpender. De kleinzoon van Lena Kerestedijan raakte getraumatiseerd. Kort na de explosie vertelde ze dat hij niet meer sprak en ook zijn lievelingseten niet wilde eten. Hoe is de situatie nu? We gingen langs bij Karima Ibrahim, Zadik Kharnoulian en Lena Kerestedijan. Zij vertellen hoe ze hun leven weer oppakken na de ramp en hoe uw hulp daaraan bijdroeg.
Zwaar beschadigd
Karima Ibrahim (boven):
“Het hele gebouw waar ik mijn appartement heb, zwiepte van links naar rechts tijdens de explosie. Ik dacht: dit is een aardbeving, of een luchtaanval. Mijn huis is zwaar beschadigd geraakt door de explosie. Ik kon er niet blijven. Dus ben ik een paar dagen bij mijn zuster geweest, een paar dagen bij de buren, maar dat was allemaal tijdelijk. Nu heb ik een ander appartement gevonden. Dat was óók beschadigd door de explosie, maar veel minder dan mijn eigen huis. Dit appartement is opgeknapt met hulp vanuit Nederland. Daar ben ik dankbaar voor. Zonder hulp zou ik moeilijk verder kunnen.”
Ontwricht
Zadik Kharnoulian (boven):
“Ik heb een kleine shop in de wijk Burj Hammoud, niet ver van de haven. Ik maak schoenzolen. De ontploffing heeft zelfs tot in de werkplaats en het magazijn schade veroorzaakt. Kijk, mijn werkplaats is onder de grond, maar zelfs daar zijn de deuren en kozijnen ontwricht. Ik ben blij dat jullie niet alleen huizen opknappen, maar ook kijken hoe kleine winkeltjes en werkplaatsen weer verder kunnen. Dat doet niet iedere hulporganisatie. De economie in Libanon staat er toch al zo slecht voor en mijn zaak is van groot belang om mezelf en mijn familie te kunnen onderhouden.”
Verschrikkelijke ervaring
Lena Kerestedjian (boven):
“Ik was met mijn twee kleinkinderen op het moment van de explosie. Ik hield hen in mijn armen terwijl alles door de lucht vloog. Het was een verschrikkelijke ervaring. Maar ik zie het ook als een wonder dat we nauwelijks gewond zijn geraakt. Een deel van de muur stortte vlak naast ons in. We hadden allemaal dood kunnen zijn. Ik ben ook verwonderd hoe snel de christelijke organisaties uit Nederland hebben geholpen. Ze kwamen vrijwel onmiddellijk met eten. En ook nu nog verlenen ze hulp. Mijn kleinzoon heeft nog vaak paniekaanvallen en ik weet dat ik altijd bij hen terecht kan.”
Noodhulp Beiroet
Vier maanden geleden (4 augustus 2020) veroorzaakte een enorme explosie in de haven van de Libanese hoofdstad Beiroet een ravage. De stad lag in puin. Samen met het Christelijk Noodhulp Cluster startte Woord en Daad een noodhulpcampagne om de slachtoffers te ondersteunen. Vanaf het begin werken we samen met onze partners aan wederopbouw van de stad. We focussen op vijf gebieden en we leggen de verantwoordelijkheid zoveel mogelijk bij de inwoners van Beiroet. We deelden voedsel uit, gaven financiële ondersteuning om bouwmaterialen te kopen, bieden psychosociale hulp om het trauma te verwerken, geven hygiënevoorlichting en enkele gezinnen kregen een vrij te besteden geldbedrag.