„Bezint eer ge begint, want je krijgt een hondenleven.” Dat was de reactie van mijn vader toen ik mijn ouders vertelde over m’n plannen om een hond te nemen. Mijn besluit was weloverwogen en rijp om te delen. Jaren geleden paste ik in de vakantieperiode op een mooie Beagle van mijn broer en schoonzus. Een logeerhond die onlangs een paar weken mijn trouwe maatje was, had het vuur weer aangewakkerd.

Nu neem ik adviezen van mijn ouders altijd erg serieus, dus ook na deze reactie dacht ik nog een keer goed na. Ik regelde eerst een goed oppasnetwerk, zodat het beest niet onnodig lang alleen thuis zou zijn en ook tijdens mijn reizen een goed onderkomen zou hebben.

En toen was de dag daar: Scotch van de Noorderheide trok bij me in. Een mannetjesbeagle, vijf jaar oud, met een heuse stamboom en –niet onbelangrijk– goed opgevoed. Het was even wennen aan elkaar, maar we wisten het al snel goed met elkaar te vinden.

De Buienradar-app op mijn telefoon werd populair. Elke dag wandel ik tien tot twaalf kilometer met de trouwe viervoeter. We ontdekken nieuwe plekjes in Dordrecht. Onderweg gedraagt hij zich keurig naar andere honden. Soms groet hij zijn soortgenoten in stilte, andere keren enthousiast blaffend. Als de ander begint te grommen, dan kan hij stevig van zich laten horen.

Als ik even weg ben geweest of hem ophaal bij het oppasadres, waar hij het prima naar zijn zin heeft, kan ik op een enthousiaste begroeting van deze trouwe vriend rekenen. Zijn grenzeloze vertrouwen in zijn baasje is ontroerend. Na een paar weken kan ik niet anders zeggen dan dat het hondenleven me prima bevalt.

De uitspraak van mijn vader zette me aan het nadenken. Waar komen die woorden vandaan: hondenleven, hondenbaan? Tot in de negentiende eeuw werden honden voor karren gespannen en dienden ze als trekdier voor slagers en bakkers. Het was zwaar, uitputtend werk en de dieren kregen weinig verzorging. Een echte hondenbaan dus. Eeuwenlang leefden honden vaak buiten in erbarmelijke omstandigheden. Alleen de restjes eten waren voor hen. Een hondenleven duidde daarom op een ellendig bestaan.

Tegenwoordig hoor je de term vaak in verband met de politiek. Oud-politici noemen hun vroegere werk vaak een hondenbaan: lange werkdagen, eindeloze vergaderingen en de voortdurende druk van media, lobbyisten en kiezers. Wat je ook doet, er is altijd wel een groep in de samenleving die je uitmaakt voor leugenaar of zakkenvuller of je verwijt dat je te gemakkelijk compromissen sluit. Bovendien lijden gezinsleven en gezondheid er vaak onder. Geen wonder dat wijlen Wim Kok nog tijdens zijn premierschap zijn functie een hondenbaan noemde.

Toch hoor je er ook iets anders in doorklinken. Paul Rosenmöller noemde zijn boek over dertien Haagse jaren zelfs ”Een mooie hondenbaan”. Daarmee benadrukte hij dat politiek ook een roeping kan zijn: zwaar en veeleisend maar tegelijk betekenisvol en waardevol.

Als ik Scotch op straat op andere honden zie reageren, moet ik vaak aan politici denken. Soms gaat hij luid blaffend in de tegenaanval, soms kiest hij voor kalmte en loopt hij zwijgend voorbij. Hoe mooi zou het zijn als politici iets van die hondentrouw en bedachtzaamheid leren? Het kabaal in Den Haag is immers al groot genoeg.

Politiek lijkt soms op een roedel waarin iedereen om het hardst door elkaar blaft om gehoord te worden. Politici die echt luisteren, zijn schaars. Van honden kunnen ze leren dat niet elk gegrom een tegenaanval vraagt, dat je soms met een kwispel meer bereikt dan met een snauw. Ook zouden ze wat meer trouw mogen tonen: niet alleen aan hun eigen carrière of partij maar juist ook aan de kiezer die hen vertrouwt. En misschien nog iets: een hond laat zijn baas niet zomaar vallen, ook niet als er even geen worstje in het spel is. Zou die loyaliteit in Den Haag niet heilzaam zijn?

Inmiddels heeft Scotch met mijn ouders kennisgemaakt. Hij liep rustig hun huiskamer binnen en snuffelde wat rond. Al snel ging hij aan de voeten van mijn vader liggen. Binnen een paar minuten snurkte hij luid. Hij voelde aan dat een bezoek aan het ouderlijk huis van zijn baasje echt thuiskomen is.

En mijn vader? Als ik het goed zag, verscheen er een glimlach op zijn gezicht toen zijn ogen naar de snurkende hond aan zijn voeten afdwaalden. En hij zal moeten toegeven: een hondenleven is heden ten dage zo slecht nog niet.

Over de auteur

Rina Molenaar, bestuurder van Woord en Daad.