Deze column verscheen ook op RD.nl op 10 januari 2023.
Aan het einde van het oude jaar en het begin van het nieuwe jaar wordt heel wat keren de balans opgemaakt. De winkelier is er de eerste dagen van het jaar zoet mee. Als tiener heb ik vaak in de groentewinkel waar ik op zaterdag werkte de glazen potten geteld.
Ook persoonlijk maken veel mensen voor zichzelf de balans op. Hoe was 2022? Wat heb ik ontvangen en waar ben ik dankbaar voor? En: waar denk ik liever niet meer aan terug? Of is er nog iets wat ik recht moet zetten? Dit soort reflecties leveren vaak mooie, persoonlijke gesprekken op. Soms mag je diep in het hart van een ander kijken, als die zich kwetsbaar opstelt.
Ook ik keek in de kerstvakantie terug op 2022. Al mijmerend vroeg ik mijzelf af op welke onderdelen ik mijn leefgedrag kan verbeteren. Het liefst koop ik kleding waar geen kinderhanden aan gezeten hebben. Maar let ik daar wel voldoende op? Mijn koopgedrag is door de jaren heen bewuster geworden, maar tegelijk realiseer ik me dat het echt nog beter kan. Zorg voor de naasten ver weg is mooi, maar stel ik me ook dienstbaar op voor de naasten in mijn eigen stad? Hoeveel tijd houd ik voor mezelf en hoeveel tijd geef ik aan de ander? Is mijn leven in balans? Relevante vragen, waarop ik aanspreekbaar wil zijn en waardoor ik wil leren waar het kan.
Bij de start van het nieuwe jaar kijken we ook vooruit. Woord en Daad wordt dit jaar vijftig jaar. Een mijlpaal en ook een jaar om de balans op te maken. Zoals dat in de afgelopen vijftig jaar vaker gebeurde. Doen we het allerbeste voor de allerarmsten? Besteden we het ontvangen geld op de juiste wijze? Met een mooi netwerk in Nederland dat zo trouw geeft, zijn we het aan onszelf verplicht deze vragen te stellen. En we zien dat, ondanks de complexiteit, in de afgelopen jaren het werk impact had op verschillende niveaus.
Wereldwijde vraagstukken met betrekking tot armoede zijn complex en er is niet zomaar een oplossing voorhanden. Elk land heeft zo z’n eigen kansen en problematiek. Het aanpakken van de grondoorzaken van armoede vraagt meer dan een project opstarten om een lokale gemeenschap van drinkwater of onderwijs te voorzien. Het vraagt om een verandering van het systeem waarvan een dorp of een school onderdeel is. De verandering krijgen we als organisatie niet alleen voor elkaar, daarvoor is samenwerking nodig.
Er is samenwerking nodig met gemeenschappen en lokale organisaties die in de haarvaten van de samenleving zitten, met kennisinstellingen, het bedrijfsleven en de overheid. Op dat terrein zijn in de afgelopen vijftig jaar heel wat lessen geleerd en er zullen ongetwijfeld meer leermomenten volgen.
Om problemen op te kunnen lossen, is iedereen nodig, ver weg en dichtbij. Mijn koopgedrag is bewuster geworden, maar eigenlijk zouden er überhaupt geen kledingstukken meer naar Nederland moeten kunnen komen waar kinderhanden aan te pas gekomen zijn. Natuurlijk kunnen we programma’s opzetten om kindslavernij tegen te gaan. Netwerken kunnen de handen ineenslaan en het verschil maken in Bangladesh, Ethiopië of de Filipijnen. Maar als wet- en regelgeving blijft toestaan dat deze kleding kan worden geëxporteerd, dan is het vechten tegen de bierkaai. Waar we met de ene hand geven voor de goede zaak geven we, bewust of onbewust, met de andere hand aan de verkeerde zaak.
Daarom investeert Woord en Daad, samen met vele anderen, kennis en tijd in eerlijke wetgeving rond Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Niet om het voor ondernemers complexer te maken, maar wél om op alle fronten tegen kinderarbeid te vechten, omdat we kinderen in Bangladesh, Ethiopië en de Filipijnen een eerlijke toekomst gunnen.
Dat vraagt van mij dat ik eerlijk in de spiegel kijk als ik in het pashokje sta. En er wordt richting ondernemers een appel gedaan om eerlijk, maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Niet alleen met woorden, maar ook door de daad bij het woord te voegen. Maar dat de praktijk weerbarstig is, toonde een recente discussie naar aanleiding van uitspraken van Boskalistopman Peter Berdowski. Hij dreigde opnieuw met het vertrek van zijn bedrijf uit Nederland vanwege de wetgeving rond maatschappelijk verantwoord ondernemen, terwijl de praktijk juist laat zien dat ondernemen in een internationale context risico’s met zich meebrengt. Risico’s voor mensen en milieu. Risico’s die vermijdbaar zijn als ze worden onderkend en aangepakt. Dat is de kern van de wetgeving die nu wordt behandeld in de Tweede Kamer.
Ik realiseer mij: dat kost echt wat, maar levert ook enorm veel op. Laatst vertelde een ondernemer op de radio hoe hij als christen radicale keuzes maakte. Dat was niet gemakkelijk, want de afgelopen jaren ging echt niet alles voor de wind. Maar hij had elke dag genoeg. „En nog veel belangrijker”, zei hij, „is dat ik mezelf elke avond recht in de spiegel kan aankijken.”
Zo aan het begin van het nieuwe jaar maak ik de balans weer op. Er is alweer genoeg huiswerk uit gekomen. Ik kijk uit naar een mooi 2023, een jaar waarin we keuzes maken die in balans zijn.
De auteur is directeur-bestuurder bij Woord en Daad.
Beeld: Bron Pixabay