Door: Nelline Roest-Boers, PMEL-expert
Het minimumloon in Nederland staat in 2021 op 842 euro per maand voor een 18 jarige en op ruim 1.600 euro per maand als je 21 jaar of ouder bent[1]. In Tsjaad is dat 91 euro per maand en in Colombia 157 euro in de maand[2]. In sommige landen, zoals India, is op nationaal niveau helemaal geen richtlijn voor minimumloon vastgelegd. Het doel van een minimumloon is om de werknemers te beschermen tegen te lage lonen, maar de hoogte van het minimumloon is vooral een politieke keuze. Bij het ontbreken van wetgeving op dit vlak, wordt de vraag des te urgenter: is het minimumloon ook daadwerkelijk genoeg om in je dagelijks onderhoud te voorzien?
De vraag stellen, is hem beantwoorden en daarom zijn er ook andere methoden om te meten of een werknemer genoeg verdient om van te kunnen leven. Een daarvan is -heel toepasselijk- de living wage methodologie ontwikkeld door Anker[3]. Hierin worden de kosten geschat voor eten, water, een dak boven je hoofd, onderwijs, gezondheidszorg, transport, kleding en dergelijke én er wordt een marge genomen voor onvoorziene gebeurtenissen. Daarnaast wordt rekening gehouden met waar je woont en werkt, je gezinsgrootte en belastingafdracht. Het mooie aan deze methodologie is dat de kosten, naast gebruikmaking van eventuele standaarden, in samenspraak met de doelgroep worden geschat.
Neem bijvoorbeeld Gildas, een jonge ondernemer uit Tsjaad. Hij studeerde aan de universiteit, maar kon geen baan vinden. Met steun vanuit het Job Booster-project opende hij een wasserette met de prachtige naam Amazing Grace Enterprise. ‘Ik heb op dit moment twintig vaste klanten en ik word regelmatig gebeld door mensen uit de kerk,’ verelt Gildas. Naast die vaste basis van twintig klanten heeft hij klanten die onregelmatig van zijn diensten gebruik maken. ‘Betrouwbaarheid is belangrijk. Ik wil een goede naam opbouwen in de buurt.’ Met zijn wasserette verdient Gildas zo’n 147.000 XOF (225 euro) per maand. Daarmee onderhoudt hij zijn moeder, broertje en zus en probeert hij te sparen voor zijn bruiloft en investeringen in zijn bedrijf.
Inkomen is een eerste stap, maar het programma Werk en Opleiding werkt toe naar dignified ofwel waardig werk of ondernemerschap voor jongeren in lage en middeninkomens landen. Waardig werkt heeft niet alleen te maken met inkomen, maar ook met werkomstandigheden en je eigen werkhouding. Naast technische trainingen krijgen jongeren bijvoorbeeld ook sociale vaardigheidstrainingen, waarin aandacht is voor hoe zij zelf van betekenis kunnen zijn voor anderen in de maatschappij. Dit jaar zullen we aan de hand van enkele casestudies onderzoeken wat waardig werk betekent in de verschillende landen waar we werken. Tot die tijd willen we in ieder geval in Tsjaad gaan meten of jongeren met een baan of onderneming daadwerkelijk genoeg verdienen om (met hun gezin) van te leven. Hoeveel hoger zou de living wage zijn dan de 91 euro aan minimumloon en verdienen deze jongeren dat ook? De omzet van Gildas is ruim boven het minimumloon, maar is dat genoeg om van te leven en een toekomst op te bouwen? Of moet hij nog jaren sparen voordat hij kan trouwen?
Aan mij de eer én uitdaging om als PMEL– expert inzichtelijk te maken of we de jongeren echt aan een waardige baan of onderneming hebben gelinkt. Wordt vervolgd!
Over de auteur
Nelline Roest-Boers is PMEL (planning monitoring evaluation and learning) -expert voor Onderwijs- en Werk en Opleiding-projecten. Vanuit die rol houdt ze met een scherp oog in de gaten of doelstellingen worden gehaald. Maar ze stelt ook kritische vragen, bijvoorbeeld over minimumloon en living wage, waardoor we onze aanpak steeds verder ontwikkelen.