deze column is geschreven door: Henk Broere
In het kader van de Week van de Duurzaamheid (5 t/m 10 oktober 2020) ontmoetten we Adama. Een ananasboerin uit Sierra Leone die via het Juice worth the Squeeze project wordt ondersteund. Zij vertelt over haar werk en waar ze het voor doet. ‘Het werk op het land helpt me om voedsel te kopen en de medische zorg van mijn familie te betalen. Mijn droom is dat mijn kinderen naar school kunnen en ze beter onderwijs krijgen dan ik.’ Wat haar uitdagingen zijn? ‘Regenlaarzen tegen de slangen en een kapmes omdat ik die verloren ben.’ Toen ik dit hoorde was mijn eerste gedachte: nou, dan geven we die toch aan haar? Maar mijn gedachten gingen verder. Is Adama wel echt geholpen als ze deze krijgt?
Stel dat we haar regenlaarzen en een kapmes geven, wat verandert er dan? Goed, Adama kan op het veld werken zonder risico te lopen door een slang gebeten te worden. Met het kapmes kan ze de ananas oogsten. Maar is ze daarmee een stapje dichter bij haar droom dat haar kinderen beter onderwijs krijgen dan zij?
Winst voor boeren
Met Juice Worth the Squeeze zetten we in op het organiseren van de boeren in groepen, trainen van de boeren, koppelen van boerengroepen aan een bedrijf dat ananassen verwerkt en het ondersteunen van het bedrijf bij de inkoop. Op die manier wordt een hele keten (waardeketen voor insiders) ontwikkeld van boer tot markt. Boeren die onderdeel zijn van zo’n keten zijn verzekerd van afname van hun producten voor een eerlijke prijs en tegelijk wordt ook hun productie verhoogd door trainingen.
Investeren in uitbreiding
Dat geeft meer inkomen waardoor de boerengezinnen weerbaarder worden. Zoals Adama die voedsel en medicijnen koopt voor haar gezin en droomt om ook het schoolgeld te kunnen betalen. Als ondernemer maakt zij keuzes waarin zij de winst investeert. Dat kunnen ook regenlaarzen en kapmessen zijn. Adama vertelt dat ze met de winst mensen betaalt die voor haar het onkruid wieden, omdat zij geen laarzen heeft. Zo is werkgelegenheid ontstaan. Maar ook heeft zij met de winst haar akker uitgebreid. Het maakt mij duidelijk: deze ondernemers hoeven van anderen niet te horen wat ze moeten doen met de winst.
Ontwikkelingshulp?
Ik denk terug aan een van mijn eerste kennismakingsgesprekken bij Woord en Daad zo’n half jaar geleden. In dat gesprek liet ik het woord “ontwikkelingshulp” vallen. Al snel leerde ik dat dit een beladen woord is. Van geven kun je mensen namelijk afhankelijk maken. Je wilt juist dat zij zich ontwikkelen vanuit hun eigen kracht. Dat vraagt echter een veel bredere aanpak. Door een hele waardeketen te ontwikkelen ontstaat een omgeving waarin boeren tot bloei kunnen komen. Daar willen wij ons als Inclusieve Agribusiness programma voor inzetten.
Over de auteur
Henk Broere is projectleider van projecten in West-Afrika binnen het programma Inclusive Agribusiness. Samen met lokale partners bouwt hij dagelijks aan duurzame en eerlijke waardeketens, want iedere boer heeft recht op een waardig bestaan als schakel in een waardeketen.