Auteur: Ernst Sonneveld, projectexpert Duurzaam Water
Ken je dat? Dat je op een feestje bent (vanwege corona is dat waarschijnlijk al even geleden) en dat iemand die je niet kent vraagt wat je voor werk doet? Vaak begint zo’n antwoord met: ‘Ik ben … (functie) bij … (werkgever), en vervolgens knikt degene die de vraag stelt veelbetekenend bij het aanhoren van jouw antwoord.
Laten we eerlijk zijn, veel banen en functies zijn ook niet zo makkelijk te omschrijven. Laat staan dat anderen ze begrijpen. Welk beeld hebben mijn opa of oma nou van een project expert Duurzaam Water bij Woord en Daad? Gaat die jongen nou op afstand putten slaan in Afrika? Is hij bezig om overal dijken aan te leggen? Tsja, maak hier maar eens een mooi begrijpelijk verhaal van.
Uitdaging
Welnu, challenge accepted! Ik heb me voor de column van deze week voorgenomen om die uitdaging aan te gaan door jullie een levendig beeld te geven van wat ik doe bij Woord en Daad als projectexpert Duurzaam Water. Ik overwoog eerst om mijn functie te beschrijven op basis van de organisatie, de werkwijze en de projecten, maar dat werd te saai. Dus ga ik het doen aan de hand van een project waar ik de afgelopen jaren aan heb bijgedragen.
Hoe het begon
Zo’n twee en een half jaar geleden begon ik aan mijn eerste project als projectexpert bij Woord en Daad: het Drops4Crops-project in Burkina Faso, een project waarin we kleine boeren ondersteunen om een beter inkomen te genereren. We helpen ze met het krijgen van landrechten, en ze toegang te geven tot betaalbare en efficiënte irrigatiemethoden. Omdat in Burkina Faso de regenval steeds lastiger te voorspellen is en er maar weinig regen de grond intrekt, is het belangrijk om ook het lokale waterbeheer te versterken.
Dat is het onderdeel waar ik mee ben begonnen. Dat versterken van het lokale waterbeheer, dat kan ik natuurlijk niet zelf. Dat doet onze projectpartner. Zij hebben een projectexpert water en die is verantwoordelijk voor de uitvoering van onze plannen op het gebied van water.
Al is het nog zo goed bedacht …
En mijn rol dan? Ik heb vooral een ondersteunende rol: ik denk met haar(!) mee over de uitvoering van het projectplan (dat is het plan dat beschrijft hoe we het project bedacht hebben). En dat blijkt best vaak nodig, want een projectplan kan nog zo goed bedacht zijn, de realiteit in het veld blijkt vaak toch een stuk anders te zijn.
Zo bleek bijvoorbeeld al gauw dat de overheidsorganisatie die verantwoordelijk was voor waterbeheer, zich eigenlijk alleen maar bezighield met technisch beheer, en niet echt een waterschaps-rol bleek te vervullen. Maar dat was wel de verwachting. Ik zie dan dat een projectpartner daar niet altijd scherp op durft te zijn omdat het een overheidsorgaan is, en een Burkinabe zal die niet zo snel daarop durven bekritiseren. Inmiddels weten we welke overheidsorganisatie we moeten hebben, en staat er komende week een belangrijk gesprek met hen gepland.
Juiste interpretatie
Een ander onderdeel waar ik in mijn werk vaak mee te maken krijg, is discussie over gebruik van bepaalde concepten. Zoals ik net al noemde heeft een project een projectplan. De uitvoering van dat projectplan bestaat uit verschillende bouwstenen, en daarachter zit vaak een bepaald idee, een concept. Het is dus niet zomaar uit de lucht gegrepen.
Maar … de interpretatie van zo’n idee wil nog weleens verschillen. Binnen ons project vinden we het belangrijk dat water op een duurzame manier beheerd wordt: watervraag en wateraanbod worden lokaal voortdurend op elkaar afgestemd, en iedereen die in zo’n gebied leeft moet hier invloed op kunnen hebben. Dat concept noemen we met een mooi woord ‘integraal waterbeheer’. Maar wat bleek onlangs? Ik kreeg foto’s en filmpjes opgestuurd van mijn collega uit Burkina Faso over de aanleg van een klein reservoir dat zich tijdens de regenperiode zou gaan vullen met regenwater zodat het gebruikt kon worden in de droge periode om er gewassen mee te irrigeren.
Toen ik vroeg waar het reservoir geplaatst was, bleek het om een plek te gaan waar we de inventarisatie van watervraag en wateraanbod in dat gebied nog helemaal niet hadden gedaan. Naar mijn idee hadden ze een essentieel onderdeel overgeslagen. Toen ik mijn collega hierop aansprak, gaf ze aan dat de inventarisatie er weliswaar nog niet was, maar dat ze het ook belangrijk vond dat er voortgang werd geboekt met het aanleggen van allerlei maatregelen die de waterbeschikbaarheid in het gebied verbeteren. Ondanks dat ik me haar situatie kan voorstellen ben ik wel van plan om binnenkort nog eens van gedachten te wisselen over het onderwerp integraal waterbeheer. Ergens vermoed ik dat zij hier een ander beeld over heeft dan ik. En dan is het vooral belangrijk om samen dat beeld helder te krijgen.
Geen eenrichtingsverkeer
Je ziet het: als projectexpert heb ik vooral een ondersteunende rol. Ik mail met mijn collega over planning en concepten en denk mee met de partner in het implementatieproces van een project. Daarbij merk ik regelmatig dat kennisoverdracht geen eenrichtingsverkeer is, integendeel: soms ben ik blij als ik de partner wat bij kan brengen over een bepaald concept of over het gebruik van data en de analyse die daarbij hoort. Maar vaak leer ik ook weer van hun (alternatieve) aanpak. Uiteindelijk ben ik niet degene die met zijn voeten in de Afrikaanse klei staat. Dat zijn zij!