Herbert (15), Gerianne (13) en Jan-Arne (12) hebben een ‘broertje’ aan de andere kant van de wereld.
Voor Herbert, Gerianne en Jan-Arne is familie heel belangrijk. Je familie kan je tot steun zijn als je het ergens moeilijk mee hebt. Je kunt ook veel leuke dingen samen doen, zoals een spelletje of een leuk dagje weg met het gezin. Herbert: ‘Ik speel graag Monopoly met Gerianne en Jan-Arne.’ De ouders van Herbert, Gerianne en Jan-Arne zijn al lang sponsor. Herbert: ‘Toen mijn moeder haar eerste baan had, wilde ze haar geld niet alleen voor zichzelf houden. Ze koos ervoor om via Woord en Daad een kind te sponsoren’.
‘Je familie kan je tot steun zijn als je het ergens moeilijk mee hebt.’
Eerst sponsorden ze Vanaja uit India, daarna Brandon uit Colombia, en nu Daniël uit Colombia. Daniël is 6 jaar en leeft samen met zijn vader, moeder en een oudere broer (11). Hij woont in een huis met twee kamers. Daniel loopt elke dag 15 minuten naar school. Hij droomt ervan om eens een goede voetballer te worden.
Jan-Arne: ‘We sponsoren Daniël omdat hij dan naar school kan en uit de Bijbel mag horen.’ Contact met Daniël hebben ze via het schrijven van brieven. ‘Van Daniël hebben we pas de eerste brief gekregen. Hij vertelt over zijn cijfers op school, dat hij gym het leukste vak vindt en hij heeft zijn school met vriendjes voor ons getekend. Ook vertelde hij dat hij een hond heeft die Rio heet.’
Een aantal keren per jaar sturen ze post naar Daniël om op die manier verbonden te zijn met hun ‘broertje’ aan de andere kant van de wereld. Gerianne: ‘Het is mooi om te zien dat Daniël hoop put uit de brieven en kaarten die wij hem sturen.’
Van Daniël leren ze dat er ook kinderen in de wereld zijn die niet de middelen hebben om naar school te gaan. Jan-Arne: ‘Dan besef je dat wij zomaar naar school kunnen.’ Als Herbert, Gerianne en Jan-Arne Daniël zouden ontmoeten, zouden ze willen zien hoe hij leeft in Colombia. Ze zouden de school willen bekijken waar Daniël op zit, en kunnen kletsen over zijn hobby’s en vriendjes. Ze wensen hem dat hij een goede toekomst kan krijgen, dat hij zijn diploma zal behalen en een goede baan krijgt. ‘En, dat hij een nieuw hart mag krijgen.’