Over COVID, terrorisme, klimaatweerbaarheid én hoop in Burkina Faso:
Burkina Faso, december 2020. In deze tijden van pandemie kwam het land ook verschillende keren in het nieuws vanwege terroristische aanvallen en geweld tegen christenen. Hoe gaat het nu in het land? We vroegen het aan Pascal Ooms, werkzaam bij Woord en Daad, en Christelle Kalwoulé, voorzitter van SPONG – een Burkinese organisatie die namens 230 lokale organisaties lobbyt voor goed overheidsbeleid.
Hoe zou je de huidige situatie in Burkina Faso willen beschrijven?
Christelle: ‘Het aantal mensen dat om verschillende redenen acuut humanitaire hulp nodig heeft, is in zes maanden tijd met 30 procent gestegen. Meer dan een miljoen mensen zijn op de vlucht en van hen heeft 75 procent geen dak boven het hoofd. In gebieden waar veel vluchtelingen worden opgevangen, hebben hevige regens voor meer problemen gezorgd. Daarnaast is er, door de onveiligheid en klimaatschokken, sprake van een voedselcrisis.’
Pascal: ‘Burkina Faso hoort bij de landen die het meest kwetsbaar zijn voor klimaatrampen. Ook dit jaar is er in de regentijd in korte tijd enorm veel neerslag gevallen. Het land kan de vele regen in die korte tijd niet vasthouden. Daardoor komen er overstromingen, die voor veel schade zorgen.’
Speelt de coronapandemie een grote rol in Burkina Faso?
Pascal: ‘De besmettingen met COVID-19 lijken tot nu toe in Burkina Faso mee te vallen. We weten dat de testfaciliteiten niet goed zijn en het beeld van aantallen besmettingen dus vertekend is. Er is in elk geval geen grote toeloop naar ziekenhuizen. Het feit dat de bevolking zo jong is, lijkt hierin mee te spelen.’
Christelle: ‘Je ziet wel dat veel klinieken gesloten zijn of op een minimumniveau behandelen, waardoor er voor nog minder mensen gezondheidszorg beschikbaar is. En de faciliteiten op het gebied van gezondheidszorg waren al beperkt. Daar maak ik me zorgen over, zeker met de dreiging van de pandemie.’
In Burkina Faso was het lange tijd relatief veilig. In het afgelopen jaar kwam het land in het nieuws vanwege terrorisme in het noorden van Burkina Faso. Kun je daar iets over zeggen?
Pascal: ‘In bepaalde gebieden is sprake van een machtsvacuüm, waardoor groeperingen daar proberen invloed te krijgen. Er zijn veel terroristische aanvallen en gewapende overvallen gepleegd, onder meer op religieuze gebouwen. Vorig jaar zijn door dit geweld zeker 2.000 mensen omgekomen. In de afgelopen tijd zijn daardoor ook veel vluchtelingenstromen op gang gekomen. Met militair ingrijpen van onder meer Frankrijk en verschillende West-Afrikaanse landen is de situatie beter onder controle.
De Burkinese overheid wordt beschuldigd van mensenrechtenschendingen, maar het is voor buitenstaanders niet goed te zien wat er precies gebeurt. Feit is dat er structureel meer middelen naar het gebied moeten, anders blijft het gebied kwetsbaar om zich tegen de overheid te keren. Gelukkig zijn de presidentsverkiezingen, vaak toch een bron van onrust, in november rustig verlopen. Wat hierbij wel speelde, is dat veel gevluchte mensen nog niet terug durven te keren. Dat is één van de redenen waardoor zo’n 20 % van de mensen niet gestemd heeft. In een land waar het zo nodig is om de bevolking een stem te geven in het overheidsbeleid, is dat heel jammer.’
Hoe is de situatie voor christenen in het land?
Christelle: ‘De genoemde factoren treffen iedereen hard. Kerken en kerkelijke leiders ervaren veel onveiligheid vanwege de terroristische dreiging. Tegelijkertijd voelen zij de druk van het feit dat zo velen hulp nodig hebben en willen ze doen wat ze kunnen. Het is een goede tijd om hoop te brengen. Om mensen te laten geloven in een betere toekomst. Ik geloof dat dit in het bijzonder een taak is voor christenen, omdat zij het zoutend zout in deze wereld zijn. Het Woord van God geeft mij daarvoor persoonlijk iedere dag weer kracht en nieuwe energie.’
Wat kunnen goededoelenorganisaties in Burkina Faso betekenen?
Pascal: ‘De vluchtelingenproblematiek vraagt volop aandacht van onze partnerorganisaties. Ook bieden zij onder meer hulp bij getroffen kerken. Je ziet wel dat organisaties zich deels uit het gebied hebben teruggetrokken omdat het te onveilig is. Organisaties nemen veiligheidsmaatregelen, bijvoorbeeld door helemaal ‘onzichtbaar’ te werken. Het blijft ontzettend belangrijk dat we doorgaan met het aanpakken van grondoorzaken van armoede: onderwijs, landbouwprojecten, werk en opleiding. Zo kunnen we de kwetsbaarheid bij de wortel aanpakken.’
Christelle: ‘Samen met de overheid en diverse andere partijen werken we aan onderwijs in deze fragiele context en aan bescherming tegen alle vormen van geweld. Daarnaast proberen we de onderlinge verhoudingen binnen gemeenschappen te versterken. We blijven doorgaan met beleidsbeïnvloeding om daarmee de meest kwetsbaren toegang te geven tot middelen. In Burkina Faso is de situatie in korte tijd drastisch veranderd. Daarom leren we de bij ons aangesloten organisaties ook om zich aan de nieuwe situatie aan te passen.’
Jullie geloven beiden dat het vooral belangrijk is projecten op te zetten voor de jeugd. Waarom is dat?
Pascal: ‘De jeugdwerkloosheid is hoog. Er zijn niet genoeg banen en er komen steeds meer jongeren bij op de arbeidsmarkt. Toekomst voor jongeren is essentieel! Jonge mannen die niets te doen hebben, zijn vaak kwetsbaar voor ronselpraktijken door extremistische groeperingen. Met twee werk- en opleidingsprojecten werken we aan perspectief, ook in de kwetsbare gebieden.’
Christelle: ‘Investeren in de jeugd van Burkina Faso is cruciaal. Er zijn heel veel jongeren voor wie er nauwelijks toekomst lijkt te zijn. Tegelijk merk ik hoe mooi het is om met jongeren te werken; ik heb gezien hoe ze in ambassadeurs van hoop en vrede kunnen veranderen. Jonge mensen hebben rolmodellen nodig, die hen inspireren om te blijven geloven in hun dromen en dit land verder op te bouwen.’