‘De eerste keer dat ik op het speciaal basisonderwijs kwam, zag ik de rafelrandjes van het leven. Voor hen wilde ik iets betekenen,’ vertelt Mettie de Braal. De internbegeleider op het speciaal onderwijs vertelde op de Werelddag over haar werk en de kwetsbare kinderen die zij tegenkomt. Daarmee plaatst ze het thema van de dag (’t Zal je kind maar zijn) in een Nederlands perspectief.
In haar werk ziet ze vaak kinderen die uit moeilijke omstandigheden komen. Een plotselinge woede-uitbarsting van een leerling is vaak helemaal niet plotseling als je de context kent. Er zit altijd een verhaal achter, zo vertelt Mettie. ‘Zonder liefde kun je dat werk niet doen,’ reageert Sephora Nadjimbaidje, directeur van FDB, partnerorganisatie van Woord en Daad, op de bijdrage van Mettie. ‘Liefhebben is het werkwoord.’ Zelf zet ze zich enkele duizenden kilometers naar het zuiden ook in voor kinderen in moeilijke omstandigheden.
Gestart onder mangoboom
De kinderen in het opvanghuis zijn wees. Soms dwalen de kinderen doelloos over straat, omdat de armoede van de ouders zo groot is dat ze niet voor de kinderen kunnen zorgen. De omstandigheden in Tsjaad zijn moeilijk. Veel mensen leven in ellendige omstandigheden. Toen Sephora de kinderen op straat zag dwalen, deed dat een appèl op haar hart. ’t Zal je kind maar zijn. Ze besloot zich in te zetten voor deze kinderen.
Onder een mangoboom begon de stichting FDB (Fondation Dieu Benit / Foundation God Zegent) met opvang van kinderen. ‘We willen hen weer laten deelnemen aan het sociale leven.’ Op een ochtend stapte Sephora de deur van haar huis uit en zag ze kinderen over straat dwalen. Samen met haar familie huurde ze een huis om deze kinderen op te vangen. In het eerste jaar vonden 23 kinderen een veilige slaapplaats in het huis. In de jaren die volgden steeg dat aantal.
Naar school voor toekomst
Maar niet alleen het aantal kinderen steeg. Ook de huurprijs van de woning steeg. Op een gegeven moment waren de huurkosten zo hoog dat Sephora die niet meer kon opbrengen. Haar familie besloot haar te steunen en schonk haar een stuk land om een opvanghuis op te bouwen. Voor een christelijke organisatie is het niet eenvoudig om te werken in het overwegend islamitische Tsjaad. De overheid geeft geen financiële steun aan christelijke organisaties, maar met de vereende inspanning van vrijwilligers, de kinderen en dankzij giften verrees er toch een opvanghuis.
Sinds 2011 hebben meer dan 700 (wees)kinderen een opleiding gevolgd via FDB. Dankzij die basiskennis konden ze doorleren aan een vakschool en enkele kinderen gingen zelfs studeren aan de universiteit. De kinderen van Sephora kregen ook de kans om te studeren. Zelf had ze die mogelijkheid niet. Ze groeide op in extreme armoede. Haar vader werd vermoord tijdens de burgeroorlog die tussen 1979 en 1981 duizenden levens eiste. Haar moeder stond er vanaf dat moment alleen voor. Dagelijks stond ze op de markt om geld te verdienen, maar soms waren er geen klanten en verdiende ze niets. Soms kon ze haar kinderen niets anders voorzetten dan gekookt water met zout.
De kracht van een moeder
‘Mijn moeder deed er alles aan om te voorkomen dat we gingen zwerven op straat. Ze heeft ons altijd aangemoedigd om naar school te gaan en ons best te doen,’ vertelt Sephora geëmotioneerd. Ondanks de moeilijke omstandigheden gaat dagelijks de Bijbel open en leest Sephora’s moeder haar kinderen voor. Mettie reageert op het verhaal van Sephora: ‘wat ik het indrukwekkendst vind aan haar verhaal is de kracht van haar moeder, die ervoor zorgde dat haar kinderen binnen bleven en niet gingen dwalen op straat.’