Transparantie in de keten, voor sommige bedrijven is dit hun missie, maar voor veel bedrijven is het een ingewikkelde zaak. Terwijl er in ontwikkelingslanden, waar veel grondstoffen en/of producten vandaan komen, een hoog risico is op mensenrechten schendingen. Inzicht in de keten is een belangrijke stap naar transparantie. Om dat te bereiken is wetgeving nodig vinden wij.
Mooi voorbeeld waarin Woord en Daad samen optrekt met bedrijven is het Nederlandse bedrijf Nuts2. ‘We kopen cashewnoten van de boeren, verwerken de ruwe noten in onze lokale fabrieken en verkopen de gepelde cashewnoten aan de wereldwijde voedingsindustrie’. Dat is in een notendop hoe dit bedrijf werkt aan verduurzaming van de keten. Gedreven om het levensonderhoud van boeren en fabrieksarbeiders te verbeteren biedt dit bedrijf boeren in Afrika tegen een eerlijke prijs toegang tot de wereldmarkt. Banen worden gecreëerd en zo wordt bijgedragen aan de lokale economische ontwikkeling, via lokale verwerkingsbedrijven in Afrika. Ondanks al deze inspanningen van Nuts2 is deze keten nog niet 100% duurzaam, maar er worden zeker vorderingen gemaakt. Met Incluvest als mede-investeerder in lokale verwerkingsfabrieken en Woord en Daad als trainer van de boeren wordt er hard gewerkt aan transparantie en verduurzaming. Dit geldt voor ongeveer 2% van de cashewketen en is er nog een hele slag te maken in deze keten.
Om inzicht te krijgen in wat alle schakels in de keten doen is een verandering van mindset nodig. Veel Nederlandse bedrijven weten niet waar en op welke manier hun internationale partners grondstoffen delven of produceren en of ze hun toeleveranciers een eerlijke prijs betalen. Zo nu en dan duiken er in de media berichten op van voorbeelden van kinderarbeid of andere mensonterende arbeidsomstandigheden. En dan te bedenken dat die voorbeelden slechts het topje van de ijsberg zijn. Veel ondernemingen nemen genoegen met een anonieme markt. Het risico is dan sterk aanwezig dat er ergens in de keten mensenrechten geschonden worden of milieuvervuiling aan de orde is. En daar kunnen we onze ogen toch niet voor sluiten?
Wil je als internationaal opererend bedrijf inzicht in de manier van werken binnen je handelsketen, dan moet daar tijd, geld en personeel voor vrijgemaakt worden. Omdat de overheid koplopers wil ondersteunen en stimuleren heeft de overheid convenanten in het leven geroepen om Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) te stimuleren. Met de IMVO-convenanten faciliteert de overheid vrijwillige samenwerking om bedrijven op een maatschappelijk verantwoorde manier te laten ondernemen. De brancheorganisaties in de voedingsmiddelensector hebben namens de bij hen aangesloten bedrijven getekend. Samen met de overheid, ontwikkelingsorganisaties en vakbonden gaat de voedingsmiddelensector risico’s in internationale productieketens aanpakken. Woord en Daad neemt deel aan het convenant Voedingsmiddelen en we zien dat er echt stappen worden gezet, maar moeten helaas ook constateren dat het nog niet snel genoeg gaat.
Om meer transparantie in de keten te krijgen en duurzame handel te bevorderen is meer nodig dan een vrijwillig kader. Alle bedrijven moeten de risico’s van de activiteiten van hun bedrijf in kaart brengen op zaken als mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu en corruptie in de hele toeleveringsketen. Deze zogenaamde due diligence brengt de risico’s in de keten in kaart en mogelijke misstanden aan het licht. Wetgeving kan er voor zorgen dat bedrijven niet weglopen voor deze misstanden. Daarom is de overheid nu aan zet om naast vrijwillige samenwerking binnen de convenanten, nu ook over te gaan op verplichting voor het in kaart brengen van risico’s en eventuele misstanden.
Systeemverandering is nodig om misstanden in de keten tegen te gaan. Daar zou de overheid een grote rol in moeten spelen. Maar systeemverandering werkt niet als niet alle partijen meedoen. Het is een voortdurend proces waarbij van alle partijen inzet wordt verwacht. Het is hard nodig om een stap te maken naar een economie waar transparantie in de keten een vanzelfsprekendheid is. Inclusieve, duurzame ketens zouden de ‘nieuwe normaal’ moeten zijn. Het is onze sterke overtuiging dat ieder mens recht heeft op waardig werk en leefbaar loon. In de projecten van Woord en Daad werken we samen met boeren om hun producten op een duurzame manier te verbouwen, zodat hier de eerste verduurzamingsslag gemaakt kan worden. Als er transparantie is in de keten en we risico’s en potentiele misstanden in kaart brengen, kunnen we in gezamenlijkheid werken aan oplossingen.
Als bedrijf succesvol zijn kan niet zonder bewustzijn van de wereld om je heen. Daarom vinden wij dat naast inzet op de hele systeemverandering, wetgeving nodig is. Niet omdat wetgeving alleen de oplossing is. Maar omdat wetgeving een stok achter de deur is om alle bedrijven aan te sporen een stapje harder te lopen in de richting van een transparante keten. We zien dat er een steeds breder draagvlak is voor wetgeving en dat er meerdere politieke partijen zijn die in die richting bewegen. Nu is het moment om er iets aan te doen!
Door: Jacob van der Duijn Schouten (politiek adviseur bij Woord en Daad) en Jacoline de Kruijf-Paul (communicatiemedewerker Beleidsbeïnvloeding bij Woord en Daad)
Dit artikel verscheen in het Reformatorisch Dagblad van 8 december 2020.
Beeld Jaco Klamer, i.o.v. Woord en Daad