Welk verschil maakt een christelijke opleiding? Hoe krijgt het christen zijn handen en voeten op de werkvloer? Die vragen stellen we ons bij Woord en Daad regelmatig. In onze vakonderwijsprogramma’s geven we geloof een plek. Daarom zijn we benieuwd naar de uitwerking daarvan. Lelie Zorggroep en de Christelijke Hogeschool Ede hebben vanuit hun eigen context vragen over dit onderwerp. We trekken samen op om te leren van elkaars ervaringen. Onderzoekers dr. ir. Jan van der Stoep en dr. ir. Evelien Vermeulen-Smit reisden naar de Filipijnen voor het eerste internationale deel van het onderzoek.
Wat hebben jullie precies gedaan in de Filipijnen?
Jan: We zijn op zoek naar hoe het christelijk geloof doorwerkt in de vakken op school. Door in verschillende landen te kijken naar de aanpak en uitwerking in het onderwijs, proberen we hier een goed beeld van te vormen. Voor Woord en Daad is het van belang om te zien hoe het christelijke handen en voeten krijgt in de verschillende landen.
Evelien: Op de Filipijnen hebben we gesproken met studenten, docenten, schooldirecteuren en afgestudeerden om te zien wat het christelijke aspect inhoudt en wat de uitwerking ervan is op de werkvloer. Vanuit de verzamelde gegevens willen we leren voor de Nederlandse context, maar ook projectleiders bij Woord en Daad toerusten om het gesprek over identiteit te voeren met partners in zeer diverse contexten.
Wat viel jullie op in de interviews?
Jan: Op de Filipijnen is het niet vreemd om expliciet christelijk te zijn. Zo’n 80% van de bevolking is katholiek, waardoor christelijke symbolen en verwijzingen naar het geloof veelvuldig te zien zijn in het straatbeeld. De partners van Woord en Daad hebben er niet veel moeite mee om hun identiteit te laten zien.
Evelien: Wat ik een opvallend verschil vind met Nederland is de overgang naar het christendom. Veel jongeren op de vakscholen komen uit een straatcultuur, waar waarden als eerlijkheid, respect en vergeving er niet toe doen. Als de jongeren dan in aanraking komen met het christelijk geloof en daarnaar gaan leven, verandert er echt iets. Ten opzichte van de Nederlandse cultuur is dat opvallend, onze eigen cultuur kent heel veel waarden uit de christelijke traditie. Het contrast tussen wel en niet christen zijn is op de Filipijnen een stuk duidelijker zichtbaar.
Welke persoonlijke ervaring blijft je bij van de reis naar de Filipijnen?
Jan: Ik vond het bijzonder om Jun Pascual, directeur van vakschool ASHTEC, te spreken. Hij heeft de kans gekregen om te studeren en kon een goede toekomst opbouwen in Amerika. Dat heeft hij niet gedaan, hij koos ervoor om in zijn thuisland een verschil te maken. Nu staat hij aan het hoofd van één van de meest succesvolle vakscholen van de Filipijnen. Hij zei zelf: de zegeningen die je ontvangt veranderen niet alleen je leven, maar ook je manier van geven.
Evelien: Een beeld dat ik bij me houd is toen ik bij een vrijwilliger van een Child Development Center thuis mocht komen. Ze had een ruimte van 3 bij 3 meter, daar leefde en sliep ze met haar ouders en tien broers en zussen op een paar matrassen. In een context waarvan ik schrok, was zij juist dankbaar. Door tranen heen vertelde ze wat het voor haar betekende dat zij en haar zus sponsorkinderen waren en dat haar zus een vakopleiding heeft gevolgd, en nu een baan heeft. Daardoor hebben zij een muurtje kunnen plaatsen en zo een slaapkamer gecreëerd. Want, zo legde ze uit “het is ons principe dat jongens en meisjes niet in dezelfde ruimte slapen”. Door de contacten, de ondersteuning vanuit het centrum en door het geloof heeft ze in moeilijke omstandigheden een hoopvol leven!