“Sam, wil jij je speelgoed even opruimen?” Zo begint het. Vaak met, soms zonder resultaat. Het liedje ‘Wij gaan opruimen’ (lange versie op YouTube) werkt stimulerend, is mijn ervaring. Maar niet altijd. Het kan helpen om van tactiek te veranderen. “Als jij nu opruimt, leest papa straks iets langer voor.” Even meehelpen doet vaak wonderen. Af en toe is er meer nodig. Een beetje dwang. Want opruimen, dat hoort er nu eenmaal bij.
Je zou de lijn zo door kunnen trekken naar hoe we ons gedragen als we ouder zijn. Of hoe we ondernemen. We houden rekening met anderen. Als je iemand kwetst, zeg je sorry. Als je rommel maakt, ruim je dat op. En als je ondernemingsactiviteiten schade berokkenen aan anderen – materieel of immaterieel – zorg je voor herstel en vergoeding van geleden schade.
Netto positief
Veel ondernemers houden als vanzelfsprekend rekening met de belangen van anderen. Dichtbij en ver weg. Er zijn inspirerende voorbeelden van bedrijven die ernaar streven ‘netto positief’ te zijn. Ze géven meer dan dat ze nemen. Paul Polman, voormalig topman van Unilever schreef daarover een inspirerend boek. Hij schrijft: “Je kunt je toeleveringsketen, je logistiek en je investeringen uitbesteden, maar je verantwoordelijkheid ervoor kun je níet uitbesteden.”
Helaas gaat het op dat vlak nogal eens mis. Juist in die toeleveringsketens, die niet ophouden bij de grens. Iedere dag worden wereldwijd bijna 28 miljoen mensen gedwongen te werk gesteld, waarvan 12 miljoen vrouwen en meisjes. In een land als Bangladesh verdient een werknemer per dag gemiddeld €3,58 bruto. Om rond te kunnen komen en de kinderen naar school te kunnen laten gaan, zou deze werknemer het dubbele moeten verdienen. Zo zijn er meer misstanden te noemen. Denk aan kinderarbeid, een ongezonde en onveilige werkomgeving, uitbuiting, misbruik.
Geleden schade vergoeden
Bedrijven dragen een bijzondere verantwoordelijkheid om deze misstanden aan te pakken. De OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights zijn sinds jaar en dag richtinggevend. Bedrijven worden geacht gepaste zorgvuldigheid toe te passen, dat wil zeggen: risico’s in kaart brengen en zo nodig maatregelen treffen en geleden schade vergoeden.
Ook de overheid draagt verantwoordelijkheid. Om te stimuleren, te faciliteren en het goede voorbeeld te geven. Maar ook om kaders te stellen. De Nederlandse overheid nam zich in 2013 voor dat tien jaar later 90% van de grote ondernemingen in Nederland de OESO-richtlijnen zou hebben onderschreven. De overheid gaf voorlichting aan bedrijven, stelde eisen aan subsidieverlening en initieerde convenanten voor risicosectoren. Woord en Daad nam vanaf de start deel in het Convenant Voedingsmiddelen. Eerder schreven we daarover.
We zijn blij met iedere stap vooruit. Maar het gaat vooralsnog niet snel genoeg.
Wetsvoorstel
In 2019 had 35% van de grote bedrijven in Nederland de OESO-richtlijnen onderschreven. En een evaluatie van de convenanten laat zien dat daarmee slechts 1,6% van de bedrijven in Nederland wordt bereikt. Er is meer nodig. Een verandering van tactiek. Een beetje dwang. Want een leefbaar loon, ketentransparantie, een veilige werkomgeving, dat hoort er nu eenmaal bij.
Eind oktober diende ChristenUnie-Kamerlid Stieneke van der Graaf een initiatiefwetsvoorstel in dat bedrijven verplicht om gepaste zorgvuldigheid toe te passen, in lijn met de OESO-richtlijnen. De Wet verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen.
Woord en Daad is blij met het wetsvoorstel. We rekenen op brede steun in de Kamer, vooral van partijen die zich inzetten voor goed rentmeesterschap en sociale rechtvaardigheid. We hopen en bidden dat de wet leidt tot verbetering van de omstandigheden voor duizenden mensen wereldwijd. Daarnaast geeft het voorstel een signaal af richting Brussel om ook met een goede, ambitieuze wet te komen, in lijn met de OESO-richtlijnen.
Dan gaan we écht opruimen.
Over de auteur
Kees Knulst is Politiek Adviseur bij Woord en Daad. Hij richt zich op de onderwerpen Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO), beleidscoherentie voor ontwikkeling in het handelsbeleid van de Europese Unie en duurzaam water (SDG 6). Kees is bereikbaar via cjp.knulst@woordendaad.nl.