De bevolking van West-Afrikaanse landen wordt buitenproportioneel geraakt door effecten van klimaatverandering. Er worden wel programma’s opgezet om de effecten te verzachten, maar de bevolking wordt vaak niet betrokken bij beleidsvorming, planning en uitvoer. Terwijl deze mensen wel de klappen van klimaatverandering moeten opvangen.
Pascal Ooms, subsidieadviseur bij Woord en Daad, vertelt daarover: ‘West-Afrika is in de wereld het meest kwetsbaar voor klimaatschokken. De landbouw is bijna volledig afhankelijk van regenwater. De UN voorspelt dat West-Afrika te maken krijgen met een temperatuurstijging van 2 graden en met 15 procent meer overstromingen. Daarnaast is er de erosie van de kust en zijn er periodes van extreme droogte. En dat terwijl er nog weinig beleid wordt ontwikkeld en de bevolking wordt ook beperkt betrokken bij programma’s, waardoor er dus ook beperkt sprake is van een vorm van voorbereiding op de toekomst. Terwijl deze ontwikkelingen een groot effect op mensen zullen hebben: er is sprake van groeiende voedselonzekerheid, toegang tot energie en water wordt problematisch, er zullen zich meer conflicten voordoen. En dan neemt de werklast voor vrouwen bijvoorbeeld ook toe door gebrek aan beschikbaarheid van natuurlijke materialen.’
Landelijke betrokkenheid
SPONG*, een belangrijke partnerorganisatie van Woord en Daad uit Burkina Faso, droomde van verandering: een landelijke betrokkenheid van de bevolking creëren bij programma’s rondom klimaatsverandering. Omdat het democratisch gehalte in enkele van deze landen echt onder druk staat, stelt dat ons hen meteen voor een stevige uitdaging: hoe doe je dat dan? Woord en Daad hielp SPONG, samen met het West-Afrikaans consortium ‘Benkadi’ (‘samen voor het goede doel’) uit Benin, Ivoorkust en Mali, een aanvraag te doen bij het Power of Voices fonds van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het West-Afrikaanse eigenaarschap bij deze aanvraag is uniek; Woord en Daad was de enige Nederlandse ngo die in dit consortium deelnam.
Inclusief klimaatbeleid
Pascal Ooms: ‘De inhoud van de aanvraag gaat over de vraag hoe dorpen en gemeenschappen die kwetsbaar zijn door klimaatverandering, in het bijzonder de gemarginaliseerde groepen, toegang kunnen krijgen tot diensten om zich weerbaar te maken tegen klimaatverandering. Denk bijvoorbeeld aan landbouwadvies rond klimaatbestendige gewassen. We willen overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijven stimuleren en adviseren om inclusief klimaatbeleid te maken en meer concrete activiteiten te ontwikkelen waarmee de weerbaarheid van kwetsbare gemeenschappen wordt verhoogd. De tweede pijler is dat we overheden willen adviseren burgers te betrekken bij het opstellen van dat beleid. We werken ook aan projecten waarmee we lokale gemeenschappen voorbereiden om dat daadwerkelijk te kunnen doen.’
Ontwikkelingsvraagstukken aanpakken
Sylvestre Tiemtoré, directeur van SPONG: ‘Voor ons is dit het hoogtepunt van een strategisch partnerschap tussen ngo’s uit het Noorden en het Zuiden, waarbij je ziet dat er een verandering gaande is van hulp naar een relatie van partnerschap en co-constructie om ontwikkelingsvraagstukken samen aan te pakken. Dit gebeurt op basis van een gedeelde visie, onder leiderschap van de Zuidelijke landen, ondersteund door de expertise van het Noorden. We hebben met elkaar iets prachtigs neergezet.’
Toekenning
Eind vorige week ontving het consortium het mooie nieuws dat de aanvraag voor de komende vijf jaren is goedgekeurd. Het precieze budget wordt aan het einde bekend. De aanvraag ging om een bedrag van 30 miljoen euro. Sylvestre: ‘De Nederlandse overheid laat met deze toekenning zien dat zij het maatschappelijk middenveld in ontwikkelingslanden wil ondersteunen om de capaciteiten en de stem van het maatschappelijk middenveld in de beleidsdialoog te versterken. Er is een relatie tussen onderontwikkeling en de kwaliteit van burgerparticipatie in het politieke proces. Als we het overheidsbeleid inclusief en effectief kunnen maken, moeten we een maatschappelijk middenveld hebben dat inspraak heeft in de keuzes die gemaakt worden. En dat vraagt om ondersteuning, zoals in onze aanvraag uitgewerkt. Allereerst door de synergie tussen de verschillende actoren te verstevigen en toe te zien op de naleving van de toezeggingen van besluitvormers op internationaal en nationaal niveau. Daarnaast door het kennisniveau over klimaatverandering en de deelname van gemeenschappen aan klimaatbeleid te verhogen, en tenslotte door een sterkere stem voor de burgers te organiseren, zodat zij invloed hebben op de toewijzing van middelen en de kwaliteit van het overheidsbeleid.’
* SPONG werkt samen met ngo-platforms in Benin (Plateforme de Contrôle Citoyen de l’Action Publique, PASCiB), Mali (Secrétariat de Concertation des ONG nationales du Mali, SECO-ONG) en Ivoorkust (Convention de la Société Civile Ivorienne, CSCI). Dit Burkinese platform is opgericht in 1975, vertegenwoordigt 232 lokale ngo’s en is in die hoedanigheid voor de Burkinese overheid één van de belangrijkste partners in het maatschappelijk middenveld.