‘Ik ben één van jullie,’ vertelt Miftah Seid. De 25-jarige Ethiopische arts groeide op in extreme armoede en volgde onderwijs via het sponsorprogramma van Woord en Daad. Toch vergelijkt hij zich met de zaal vol bezoekers van de Woord en Daad Werelddag. ‘Toen ik begon aan mijn coschappen verdiende ik wat geld en ben ik zelf sponsorouder geworden,’ legt hij uit. ‘Mijn sponsorkind is jullie sponsorkleinkind.’
Met een glinstering in zijn ogen vertelt Miftah over zijn leven, waarin hij telkens benadrukt hoe God zijn leven leidde. Hij werd geboren in een arm moslimgezin in Ethiopië als vierde kind in het gezin. Zijn beide ouders waren Hiv-positief. Toen Miftah één was overleed zijn vader als gevolg van de ziekte. Drie jaar later overleed ook zijn moeder. De oude oma ving de vier kinderen op.
‘Mijn oma was werkloos, maar enthousiast. Ze had geen inkomen en de steun die we kregen vanuit de omgeving was vaak onvoldoende.’ Oma deed er alles aan om de vier kinderen te voeden. Soms at ze zelf dagen achtereen niet. Als Miftah en zijn broers en zus haar probeerden te dwingen om toch te eten, antwoordde ze: ‘Als jullie eten, geniet ik mee. Daar voed ik me mee.’
Studie medicijnen
De kleine Miftah wordt toegelaten tot het sponsorprogramma van Hope Enterprise, de lokale partnerorganisatie van Woord en Daad. Vanaf dat moment verandert zijn leven. Hij kan naar school, krijgt elke dag een voedzame maaltijd, maar het belangrijkste, zo vertelt hij, was dat hij de Heere Jezus leerde kennen. Dat gebeurde toen hij twaalf jaar was en door een moeilijke periode ging. De gezondheid van oma ging achteruit en Miftah maakte zich grote zorgen. Zijn schoolresultaten kelderden en hij werd depressief. Daar bovenop pestten zijn klasgenootjes hem. Juist in die moeilijke periode leerde hij op God vertrouwen. ‘Dat bracht een radicale verandering. Mijn verdriet veranderde in vreugde.’
Miftah krijgt weer energie om naar school te gaan en zijn schoolresultaten worden steeds beter. Buiten schooltijd probeert hij oma te helpen door geld te verdienen als schoenenpoetser en met bijles geven. In 2012 wordt Miftah toegelaten tot de medische school in Awassa, waar hij medicijnen studeert. In het tweede jaar van zijn studie overlijdt oma. Miftah wordt een maand na de begrafenis geïnformeerd. ‘De mensen waren bang dat het een te grote schok voor me zou zijn.’
Centers of Excellence
Na zijn afstuderen gaat de jonge arts aan de slag in een ziekenhuis in West-Ethiopië. Na vier jaar gaat hij terug naar de universiteit om zich te specialiseren. Naast zijn werk zet hij zich in voor zijn naaste. Hij sponsort een meisje in het project waar hij ooit zelf onderwijs kreeg. Hij neemt deel aan medische missies naar plattelandsgebieden in Ethiopië, waar de bevolking geen toegang heeft tot medische zorg. Het medische team biedt gratis gezondheidszorg aan deze mensen en verkondigt het Evangelie.
Ook blijft Miftah betrokken bij het onderwijsproject. Samen met een team van docenten en oud-leerlingen werkt hij samen om het onderwijs te verbeteren met ‘centers of excellence.’ ‘We willen de kinderen leren om problemen op te lossen, te innoveren en te leren over techniek en kunst, maar het belangrijkste: we willen hen het Evangelie vertellen.’
Niet geven, maar investeren
Tijdens zijn studie had Miftah niet altijd genoeg geld om zijn studie te betalen. Tegelijk voelde hij zich beschaamd om geld te vragen aan vrienden. Toch was er een vriend die hem geld gaf. ‘Ik heb niet het gevoel dat ik je dit geld geef, ik investeer in miljoenen mensen die via jou geholpen worden,’ verklaarde deze vriend. Miftah houdt diezelfde uitspraak het publiek voor: ‘U geeft niet alleen, u investeert. Het is niet alleen een kind helpen, maar ook zaadje planten dat blijvende vruchten kan voortbrengen.’
In Ethiopië begint de schooldag met het volkslied en het hijsen van de vlag. Na de pauze hijsen de kinderen van het kinderprogramma de Ethiopische vlag op het podium. Na de ceremonie vragen ze Miftah mee te gaan naar het kinderprogramma. De jonge arts gaat graag met hen mee. Later die middag ging Miftah nog in gesprek met de tieners die het tienerprogramma bezochten.