Sponsoring

‘Dat Mikiyas nu opgroeit, ontwikkelt en leert zorgt ervoor dat we God mogen danken’

In 2015 woonde Arenda Russchen uit de Noordoostpolder een aantal maanden in Ethiopië. ‘Ik deed vrijwilligerswerk in een weeshuis en op een basisschool. Daar heb ik met eigen ogen gezien dat het essentieel is dat er wordt omgekeken naar kinderen waarvan het niet zo vanzelfsprekend is dat ze opgroeien in een veilige en liefdevolle omgeving met voldoende eten en scholing.’

Deze ervaring was voor Arenda de aanleiding om na te denken hoe ze zelf iets blijvends kon doen voor een kind dat opgroeit in armoede. ‘Een aantal maanden later hoorde ik op Groot Nieuws Radio een reclamespot van Woord en Daad over een kind uit Ethiopië dat een sponsor zocht. Dit maakte indruk, en op 20 december 2016 begon ik met de sponsoring van Mikiyas, een toen 6-jarig jongetje uit Ethiopië.’

Foto in de woonkamer

In de woonkamer van Arenda en haar man Herman staat een foto van Mikiyas. De foto staat voor een schilderij met daarop een huis met hartjes afgebeeld en de tekst ‘always remember, you are loved’. Arenda: ‘We bidden voor Mikiyas, maar ook voor zijn land en voor onrecht in het algemeen. In gebed vragen we of God met Zijn liefde nabij wil zijn, en we bidden dat de Heere Jezus spoedig terugkomt.

Contact via brieven

Door de brieven die Arenda en Herman van hun sponsorkind ontvangen, leren ze hem een beetje kennen. ‘Familie, school, sport en eten zijn belangrijke dingen in het leven van Mikiyas. Hier vraagt hij ook weleens gebed voor.’ Regelmatig sturen Arenda en Herman ook een brief of kaart terug. ‘Af en toe doen we er ook een foto bij. Laatst hebben we een foto gestuurd waar ik op mijn wangen de Nederlandse vlag had staan. Ik werk als onderwijsassistent, en we hadden die dag de Koningsspelen gedaan. Op die foto hebben we ook de brief vast die Mikiyas aan ons had gestuurd. We hebben hem terug geschreven over de mooie tekening die hij had gemaakt met de vlag van Ethiopië en vertelden over Koningsdag in ons land, over onze vlag en dat we voor hem en zijn land bidden.’