Lorena Gutierres Rojas kijkt op van de map waarin ze aan het schrijven was. Voor haar staat de laptop nog aan. Via die laptop kan ze de lessen volgen van de vakschool, die sinds de coronacrisis veel online worden gegeven. De 36-jarige Colombiaanse volgt een training in Organisatie en Archiefbeheer. Ze werkt hard om haar diploma te halen. Ze vertelt over haar jeugd en de zegeningen die ze heeft ontvangen:
‘Mijn moeder was huisvrouw en mijn vader werkte in de bouw. Ik ben het zevende kind van mijn ouders. Toen ik drie maanden was, brachten mijn ouders me naar mijn oma. Het salaris van mijn vader was niet genoeg om nog een mond te voeden. Mijn oma gaf me alles wat ik nodig had: eten, kleding, school en alles wat verder binnen haar vermogen lag.’
Eén bed
‘Toen ik negen jaar was, gingen mijn ouders uit elkaar. Mijn moeder besloot me weer in huis te nemen. Dat was een moeilijke tijd. We leefden in een klein appartement en we hadden maar één bed. De rest van het gezin sliep op matrassen op de grond. Mijn moeder had geen werk en geen werkervaring. Mijn oudste broer verdiende wat geld om ons te onderhouden.’
Koekjes verkopen
‘Mijn moeder zag de situatie waarin we leefden en besloot om koekjes te gaan verkopen bij een kruispunt. Na een paar maanden moesten de jongste kinderen haar helpen. De zon scheen fel op ons en als het regende was het koud. Het waren moeilijke tijden.’
‘Toen ik 16 was, besloot ik thuis te blijven om het huishouden te doen. Mijn moeder stimuleerde ons om naar school te blijven gaan en ze droomde er van dat we allemaal onze middelbare school zouden halen. Het lukte ons allemaal om aan een publieke school een diploma te halen.’
Zegeningen
‘Als 18-jarige kreeg ik een relatie en we zijn intussen 18 jaar getrouwd. We hebben twee dochters. De oudste is 16 jaar, de jongste is 12 jaar. Mijn familie is de grootste zegen die ik van God ontving. Ondanks zoveel moeilijkheden en gevaren waar we aan bloot gesteld zijn, heeft God ons altijd beschermt en voorzien in wat we nodig hadden.’