De overheid reageert positief, het onderwijs en bedrijfsleven zijn met elkaar in gesprek en jongeren profiteren van deze ontwikkelingen. In juli reisde projectleider Jaap Vogelaar naar Ethiopië. Hij ontmoette vakscholen, overheid en bedrijfsleven. Hij keerde enthousiast terug over de beginnende verandering die hij ziet in Ethiopië. Hoog tijd om bij te praten.
Het programma Sterk voor Werk (EYE) start platforms waar onder andere het onderwijs en bedrijfsleven elkaar ontmoeten. Zie je die samenwerking tot stand komen?
‘In Addis Abeba en in het zuiden zien we dat de vakscholen en het bedrijfsleven elkaar ontmoeten in platforms. Op een regionaal niveau gaan zij met elkaar in gesprek over de uitdagingen die ze zien. Dat kan bijvoorbeeld het belang van korte, marktgerichte trainingen zijn, of toegang tot financiën. Het onderwijs en bedrijfsleven gaan samen aan de slag om die uitdagingen aan te pakken.’
‘In Addis Abeba hebben we goede contacten met de overheid. Ik bezocht het vakonderwijsbureau van de overheid. Zij zijn verantwoordelijk voor 14 publieke vakscholen in de hoofdstad. Op die scholen willen ze korte trainingen aanbieden, maar daar hebben ze geen ervaring mee. Partnerorganisatie Selam Children’s Village heeft goed contact met dit overheidsbureau en deelt geleerde lessen over korte trainingen. Op die manier groeit de kennis over kort, marktgericht vakonderwijs in de regio. Dit biedt kansen voor werkloze jongeren die niet de luxe hebben om een langdurige opleiding te kunnen volgen.’
Welke ontwikkelingen zijn er om jonge ondernemers toegang te bieden tot financiën?
‘Kleine ondernemers starten met weinig startkapitaal. Er zijn veel aanbieders van microkredieten met verschillende voorwaarden en eisen. HIDO en DOT, twee partnerorganisaties, selecteren digitale, financiële producten die geschikt kunnen zijn voor een startende ondernemer. Zij doen daarmee het voorwerk voor de jongeren. We willen die lijst delen met studenten en startende ondernemers. Daarmee krijgen deze jongeren inzicht in de financiële producten die voor hen geschikt zijn. Als de lijst compleet is, starten we met een training voor de ondernemers. Tijdens die training leren de jongeren aan welke voorwaarden ze moeten voldoen om een lening te kunnen krijgen en hoe ze een lening digitaal en veel gemakkelijker kunnen afsluiten.’
Merken jongeren die in loondienst gaan nu al iets van de aanpak van Sterk voor Werk?
‘Ik sprak met de meubelmaker associatie, zij vertegenwoordigen zo’n 70 bedrijven in deze sector. Zij vertelden dat de meubelmakers graag jongeren aannemen die door de Centers of Excellence zijn opgeleid. Deze jongeren hebben meerwaarde voor de bedrijven. Ze hebben vaardigheden die jongeren van andere opleidingen niet hebben. Dat komt onder andere doordat we de lessen hebben samengesteld samen met het bedrijfsleven.’
‘Ook over de werkhouding van de jongeren zijn de werkgevers enthousiast. Dat is een belangrijk onderdeel van de soft skills trainingen die de jongeren volgen. De werkgevers vertellen dat de jongeren die opgeleid zijn aan één van de Centers of Excellence de vaardigheden hebben om binnen het bedrijf door te groeien.’
Hoe werkt dat door in het salaris van de jongeren?
‘We willen jongeren opleiden naar waardig werk. Daarom trainen we jongeren voor sectoren waar veel kansen zijn en waar jongeren een degelijk loon kunnen verdienen. In het algemeen verdienen de jongeren na een training aan een Centers of Excellence meer dan zonder die opleiding. We zien dat er onderhandelingsruimte is bij werkgevers. Ik ontmoette bijvoorbeeld een eigenaar van een kledingfabriek waar een deel van de productielijn stillag, omdat er geen werknemers zijn. Dat biedt ruimte voor een gesprek over arbeidsvoorwaarden.’
‘Daarnaast werkten we deze zomer aan een subsidieaanvraag. Als we deze subsidie toegekend krijgen, kunnen we duizenden jongeren opleiden. Eén van de harde eisen om in aanmerking te komen voor de subsidie is een looneis. Jongeren moeten binnen deze aanvraag 3,80 dollar per dag verdienen. Ethiopië kent geen minimumloon. Ondernemers die eerst afwijzend staan tegenover deze looneis, komen uiteindelijk bij ons terug. Ze zijn bereid dat hogere loon te betalen aan de jongeren. Dat laat zien dat er onderhandelingsruimte is. Die onderhandelingsruimte willen we vaker benutten voor de jongeren. Ook stimuleren we ondernemers om mee te betalen aan het onderwijs, zodat er op termijn geen donorgeld meer nodig is. In de komende maanden zal duidelijk worden of we de subsidie toegekend krijgen.’