beeld: Filipijnen, Huibert van den Bos
We hebben nog maar acht jaar om de opwarming van de aarde te beperken tot anderhalve graad. Klimaatverandering op grote schaal is een voldongen feit als er nu geen rigoureuze maatregelen genomen worden. Een wereld die meer dan drie graden opwarmt zorgt voor onleefbare gebieden in Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara. Dat was de boodschap van wetenschappers van het VN-klimaatpanel IPCC in een alarmerend rapport eerder deze week.
In Parijs (COP21, 2015) is afgesproken om de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen te halveren voor 2030 en terug te brengen naar netto nul in 2050. Eén van de conclusies van de Klimaatconferentie in Glasgow (COP26, 2021) was dat er meer lokale samenwerking nodig is in de strijd tegen klimaatverandering. In geïndustrialiseerde landen, zoals in Europa en Azië, moet vooral samengewerkt worden om de uitstoot van CO2 terug te dringen. Dit wordt ook wel klimaatmitigatie genoemd. Aan de andere kant is er meer regionale samenwerking nodig om kwetsbare gebieden weerbaar te maken. Dit heet klimaatadaptatie: landen moeten zich aanpassen zodat ze in de toekomst kunnen omgaan met de (deels onvermijdelijke) gevolgen van klimaatverandering.
Afrikaanse top
De volgende grote VN-klimaatconferentie (COP27) wordt in november dit jaar gehouden in de Egyptische badplaats Sharm-el-Sheikh. Het is de bedoeling dat dit echt een Afrikaanse top wordt. In Sharm-el-Sheikh zal voortgeborduurd worden op de drie doelen waar in Glasgow reeds afspraken over gemaakt zijn:
- Het vraagstuk van mitigatie: het voorkomen van een klimaatcatastrofe door het gebruik van fossiele brandstoffen zo snel mogelijk uit te faseren. In dit verband wordt wel gesproken van avoiding the unmanagable;
- Het vraagstuk van adaptatie: het zorgen voor klimaatweerbaarheid, in het bijzonder daar waar de gevolgen van opwarming het hardste toeslaan. Oftewel: managing the unavoidable. Woord en Daad werkt hieraan in onder meer Benin. In samenwerking met lokale organisaties planten we bomen aan en proberen we de kust te versterken. Meer hierover lees je hier.
- Het vraagstuk van klimaatfinanciering: hoe zorgen we ervoor dat ook ontwikkelingslanden de transitie kunnen maken? Hoe verdelen we de rekening zo eerlijk mogelijk?
Landen in Afrika hebben de minste bijdrage geleverd aan klimaatverandering, maar krijgen wel te maken met de meest ingrijpende en ontwrichtende gevolgen ervan. Denk aan droogte, overstromingen, late en zware regenval, harde wind en overmatige hitte. Toch al kwetsbare regio’s dreigen hierdoor verder te destabiliseren. Madagaskar, ooit een groen eiland, is in relatief korte periode door droogte, ontbossing en milieuschade veranderd in een rode woestijn. Meer dan een miljoen mensen in het zuiden van Madagaskar zijn afhankelijk van humanitaire hulp van het Wereldvoedselprogramma.
Solidariteit
Woord en Daad vindt dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Klimaatverandering vraagt om solidariteit van de rijken met de armen. Velen van ons voelen zich niet direct rijk als ze hun inkomen of vermogen vergelijken met dat van een ander. Maar wie in Nederland meer dan modaal verdient, behoort al tot de 3,5% rijkste mensen ter wereld. Als je vervolgens bedenkt dat de rijkste 10% van de wereld verantwoordelijk is voor 49% van de wereldwijde CO2-uitstoot, dan kun je niet anders dan concluderen dat dat de verandering bij ons in het Westen vandaan moet komen.
Eerlijke verdeling
De politiek adviseurs van Woord en Daad zetten zich in Den Haag en Brussel in voor een eerlijke verdeling van de lasten. Nederland kan door middel van diplomatie aandringen op het nakomen van beloften voor klimaatfinanciering, zodat arme landen niet te maken krijgen met tekorten. De coronapandemie en de oorlog in Oekraïne hebben laten zien dat politiek leiders bereid zijn om fors te investeren als de nood aan de man is. Wat ons betreft is het tijd om klimaatverandering eveneens te beschouwen als een noodsituatie – want dat is wat het feitelijk is voor veel mensen in zuidelijke landen. Laten we hopen dat we in de toekomst terugkijken op COP27 als de Klimaatconferentie waarop rijke landen hun toezeggingen zijn nagekomen. Het is tijd om boter bij de vis te doen.
Over de auteur
Maarten van Nieuw Amerongen werkt sinds augustus 2021 als politiek adviseur voor Woord en Daad. In die hoedanigheid houdt hij zich bezig met beleidsbeïnvloeding, onder meer op het gebied van handelsbeleid en ontwikkelingssamenwerking. Beleidscoherentie voor duurzame ontwikkeling loopt als een rode draad door zijn werk.