Het is nog geen 20 kilometer buiten Parakou, maar de rit naar de vakschool Kika duurt toch snel een half uur. Stofwolken van ander verkeer en de kuilen in de onverharde weg remmen de snelheid. Een grote poort biedt toegang naar het terrein van deze vakschool. Een brede, verharde oprijlaan leidt naar een groot cirkelvormig veld, omzoomt met heggen. In het midden wappert de Beninse vlag. De hoofdgebouwen staan in een cirkel rond deze centrale plaats. Hier volgen zo’n 700 jongeren een agrarische vakopleiding, variërend van viskweken tot veehouder en van groententeler tot verwerker.
Wortels en kool
Op het heetst van de dag hebben de leerlingen en de docenten de schaduw van de klaslokalen opgezocht. Het terrein is open en kaal, waardoor de hitte van de dag nauwelijks te ontvluchten is. Van de 101 hectare grond van de vakschool is 40 hectare bebouwd. Uit een 80 meter diepe put wordt water gepompt voor de gebouwen. Over het terrein zijn greppels gegraven waarin een waterleidingsysteem wordt aangelegd.
Enkele honderden meters achter het hoofdgebouw liggen de velden waar groenten geteeld worden. Eén grote boom achterop het veld biedt schaduw, maar de wortels en witte kool moeten overleven onder de brandende zon. Twee jongens werken aan het watersysteem. Bij elk veldje wordt een kraan aangelegd.
Leghennen, varkens en bijen
Naast de groententuinen liggen vier bassins. Twee staan droog, in de andere twee staat een op het oog klein laagje water. Af en toe beweegt het bruinige water, een teken van leven van de vissen die hier gekweekt worden. Door het gebrek aan water is het lastig om vis te kweken.
Achterop het terrein, ongeveer een kilometer bij de groentetuinen vandaan, staat een lokaal waar een groep leerlingen les krijgt. Een veehouder laat zijn koeien grazen van het gele gras. Rechts van dit lokaal staan de stallen. Leghennen, vleeskippen, varkens en konijnen scharrelen rustig rond in de stal. Onder een klein groepje bomen staan enkele bijenkasten. Honing is een lucratief product.
Teruglopend richting het hoofdgebouw passeren we een overkapping. Een jongen zit op een tractor, terwijl de docent uitleg geeft. Als hij de motor start klappen zijn medeleerlingen enthousiast. Hier leren de jongeren om tractor te rijden. Hoewel er vooral jongens in de groep zitten, staan er ook enkele meisjes rond de tractor. Deze studenten zitten in het derde jaar van de opleiding. ‘Mijn vader is boer en heeft een tractor,’ vertelt één van de studentes. Een medewerker van haar vader rijdt op de tractor, maar na haar opleiding wil ze bij haar vader gaan werken en op termijn het bedrijf overnemen. Met de tractor kan haar vader een groter stuk grond bebouwen, wat direct positief is voor zijn inkomsten. Ook wordt de tractor met chauffeur verhuurd aan boeren in de omgeving, zodat ook zij een grotere oogst kunnen realiseren.
In een halve cirkel achter de hoofdgebouwen staan nog enkele gebouwen met lokalen. Waar het bij de praktijklessen op het heetst van de dag rustig was, klinkt hier meer geroezemoes. In de schaduw van de lokalen krijgen de jongeren theorieles. In een klein lokaal luisteren vijf jongeren aandachtig naar de docent. Het is een groepje vierdejaars van de opleiding verwerking. Zij leren producten verwerken tot bijvoorbeeld sap. De school heeft weinig materiaal voor praktijklessen, daarom bestaat het grootste deel van de lesstof uit theorie.
Het vijftal heeft dezelfde ambitie: zelfstandig ondernemer worden. In de laatste weken van het examenjaar wordt er aandacht besteed aan ondernemerschap. Een les waar de jongeren nog veel zullen leren. Eén van de jongens heeft het plan om een soort bonen te verwerken, maar hij heeft geen materiaal en heeft eigenlijk geen idee of er een markt voor is. Hij noemt zijn vrienden als klantenkring, maar in een cultuur waar vriendschap en familie sterker is dan zakelijke relaties, is het niet zeker dat deze vrienden ook daadwerkelijk zullen betalen voor de producten.
Over één dingzijn de jongeren het eens: de markt is het belangrijkst voor een succesvolle onderneming. Technische kennis en apparatuur zijn nodig, maar zonder klanten geen inkomsten. Met het project Agri Job Booster ligt in de korte trainingen de nadruk op de markt en de vraag vanuit de (arbeids)markt. Door daarbij aan te sluiten, kunnen jongeren werken aan een mooie toekomst.
Werk en Opleiding in Benin
Lycée Technique Agricole Kika is één van de landbouwscholen waarmee we samenwerken binnen het project Agri Job Booster Benin. Samen met de vakopleidingen en andere lokale organisaties ondersteunen we jongeren om aan de slag te gaan in de agrisector.