Trouw en loyaliteit zijn een groot goed, juist als panelen schuiven en er veel verandert. Onvoorwaardelijk op de ander vertrouwen en weten dat de ander jou ook trouw is. In de huidige samenleving zien we dat trouw en loyaliteit niet overal vanzelfsprekend zijn. We leven toe naar de verkiezingen op 22 november. Politieke barometers proberen de uitslagen te voorspellen. Het is spannend wat er de komende tijd gebeuren gaat.

Peilingen laten zien dat kiezers vrij gemakkelijk de ene politieke partij inruilen voor de andere. Met name nieuwe partijen doen het goed. Bij het CDA zal er met spanning naar de uitslagen worden gekeken. D66 dreigt veel zetels kwijt te raken. Andere partijen groeien juist explosief.
Hoe de peilingen zich in de laatste dagen ook zullen ontwikkelen, de partij NSC van Omtzigt lijkt de grote winnaar te worden. In Den Haag houden criticasters hun adem in. Ze wachten tot hij een fout maakt, zodat ze kunnen toeslaan. Een aantal partijen, zoals de andere christelijk partijen, mag rekenen op de loyale trouwe achterban. Ze staan vrij stabiel in alle peilingen.

Tegelijk kan trouw zijn aan de partij waarop je altijd stemde lastig zijn. Wat doe je als de koers wijzigt of als je ziet dat de partij niet inspeelt op de ontwikkelingen die in de samenleving of wereldwijd spelen? Blijf je dan trouw en loyaal en ga je het debat binnen de partij aan? Of kies je voor een nieuwe partij, in de hoop dat het beter wordt? Hoeveel rek zit er in jouw loyaliteit? Een politieke partij inruilen voor een andere. Een nieuwe plek waar jouw prioriteiten resoneren. Dat lijkt aantrekkelijk.

Het oude inwisselen voor iets nieuws: het gebeurt niet alleen bij de keuze voor een politieke partij maar ook bij onze bezittingen. Hoe gemakkelijk ruilen we bezit in voor iets nieuws, iets mooiers? In een artikel in de NRC (27-10) omschreef journalist Dick Wittenberg een huis als tijdscapsule en aanklacht. Hij beschreef een normaal rijtjeshuis in Hilversum waarin een doorsneegezin met drie kinderen woonde. De ouders en twee van de drie kinderen waren inmiddels overleden. De overgebleven zoon, Henk, bewaarde het huis in oorspronkelijke staat. Henk ontpopte zich als houder en conservator van het ouderlijk huis. Inmiddels is ook Henk overleden. Het huis is nu een museum en kan worden bezichtigd. De kleding in de kasten, de sloffen in de keuken en het bankstel uit 1955 laten zien hoe het leven was. Het huis houdt bezoekers een spiegel voor. Het laat zien hoe zorgzaam en respectvol de bewoners met hun spullen omgingen. Het laat zien dat er ooit, niet eens zo lang geleden, spullen werden geproduceerd die een leven lang mee kunnen gaan. En het laat zien dat mensen loyaal bleven aan hun kwaliteitsspullen.

Ontberen doet waarderen, zo leren we van de trouwe viervoeter waar u in deze column mee kennismaakte. Wat je verder inhoudelijk ook van Rutte vindt, zijn toewijding aan het land als minister-president was en is ongeëvenaard. Het zou zomaar kunnen dat we Rutte nog gaan missen als ‘baas’ van Nederland. Ik weet het niet. Wel weet ik dat ik blij ben met de oude platenspeler met platen die mijn ouders jarenlang bewaarden en die ik nu kreeg. Als ik naar die oude platen luister, overvalt me een nostalgisch gevoel. Begin ik nu echt oud te worden?

Deze column verscheen in het Reformatorisch Dagblad van 14 november 2023.

Over de auteur

Rina Molenaar is directeur-bestuurder bij Woord en Daad.