Yeraldin Navarro Meneses heeft een dubbele baan. Samen met haar moeder startte ze een bakkerij, maar omdat de inkomsten nog niet genoeg zijn om van te leven, zocht Yeraldin een baan. Haar salaris is een aanvulling op het inkomen en een deel wordt apart gehouden om te investeren in de bakkerij. De twintiger vertelt over haar ambities.
‘Ik heb een passie voor dansen, maar dat is mijn hobby. Ik heb daar niet mijn werk van gemaakt,’ begint Yeraldin. Samen met haar moeder, broer en broertje woont ze in Cartagena. Twaalf jaar geleden verliet haar vader het gezin. Voor Yeraldin was dat een traumatische ervaring. Haar schoolresultaten leden onder de scheiding. Met psychologische hulp herstelt ze. ‘Op dit moment is mijn vader op afstand. Hij is niet geïnteresseerd in onze resultaten. Daardoor ben ik erg op mijn moeder gesteld.’
Universiteit
Yeraldin begon aan een universitaire opleiding, maar moest die afbreken omdat ze het collegegeld niet meer konden betalen. ‘Mijn verlangen om te leren bleef, want leren is noodzakelijk voor een betere toekomst.’ Haar moeder wijst haar op de trainingen van Conviventia, partnerorganisatie van Woord en Daad.
Samen met Conviventia ondersteunt Woord en Daad jongeren om werk te vinden of een eigen onderneming te starten. Via korte trainingen leren jongeren een vak en ondernemerschap. Daarna ondersteunen we hen om succesvol een onderneming te starten.
Bakkerstraining
Yeraldin en haar moeder volgen een training voor bakker. ‘Eén maand nadat we gestart waren met de training zijn we begonnen met ons bedrijf.’ Ze verkopen de producten op de campus en in de wijk waar ze wonen. ‘Dankzij die inkomsten, konden we wat sparen en onze eerste investering doen: een oven.’
Daarnaast volgen de jongeren een training die hen vanuit Bijbelse principes toerust en hen stimuleert om te werken aan hun toekomst. ‘De christelijke visie van Conviventia versterkte mijn geloof. Ik realiseerde me dat ik alles kan doen met de hulp van God.’
De verkopen van hun onderneming zijn nog onvoldoende, daarom besluit Yeraldin nog een training te doen die haar voorbereid op een baan. Na de training vindt ze een baan bij een bedrijf in de voedingsmiddelen. ‘Ik ben blij met deze baan. Ik kan mijn moeder helpen met ons levensonderhoud en ik kan sparen om extra investeringen te doen die nodig zijn voor onze bakkerij. Over vijf jaar zie ik mezelf, met hulp van mijn moeder, een bakkerij openen die arbeidsplaatsen creëert.’