Wereldwijd stijgen de voedselprijzen en met name in Afrika is de voedselzekerheid in gevaar. Voor Daadkracht gingen we in gesprek met twee collega’s uit Burkina Faso en Oeganda. Wat merken zij van de dreigende voedselcrisis? En welke oplossingen zien zij voor een stabielere voedselsituatie in Afrika?
We lezen veel nieuwsberichten over een aanstaande voedselcrisis. Is de situatie rond voedsel in Burkina Faso en Oeganda verslechterd?
Andre Yanogo, werkzaam voor Drops4Crops in Burkina Faso: ‘In korte tijd is de beschikbaarheid van voedsel sterk afgenomen, allereerst door de pandemie en lockdowns. Ook raakten door terroristische aanslagen zo’n 2 miljoen mensen ontheemd. Daarbij is de voedselproductie dit jaar laag vanwege een slecht regenseizoen. Bovendien is de inflatie torenhoog. Daardoor hebben veel mensen niet voldoende voedsel.’
Julius Onen, country representative voor Oeganda bij Woord en Daad: ‘Tijdens de lockdowns konden boeren hun oogst vaak niet transporteren en dus ook niet laten verwerken. Dat zorgde al voor een forse achterstand. Ook vangen we in Oeganda momenteel 1,5 miljoen vluchtelingen op. In bepaalde gebieden zorgt dat letterlijk voor een kaalslag, omdat al die mensen hout nodig hebben om op te koken. De laatste jaren zie ik ook dat klimaatverandering een steeds groter probleem wordt. De regenseizoenen worden steeds onvoorspelbaarder. Voor boeren is het dus lastig te bepalen welke gewassen ze kunnen planten. Het is heel belangrijk om de productie te verhogen, alleen is dat voor de meeste boeren moeilijk.’
Disbalansen in het ecosysteem
‘Wil je de productiviteit per hectare verhogen, dan is daar investering voor nodig,’ vervolgt Julius. ‘De meeste mensen verbouwen voedsel voor eigen consumptie. De veranderende weersomstandigheden raken hen het hardst. Daarbij gaan allerlei andere problemen spelen. Omdat hun landbouwgrond niet meer zo productief is, verplaatsen zij hun akker. Dat veroorzaakt disbalansen in het ecosysteem. Ook worden mensen ziek door het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Veel boeren op het platteland weten niets van klimaatverandering. Zij denken dat zij de goden ongunstig hebben gestemd, waardoor er minder regen valt.’
Andre, hoe is dat in Burkina Faso? Hoe werken jullie aan het opbouwen van kennis?
Andre: ‘Veel van wat Julius noemt, speelt ook in Burkina Faso. Met onze projecten werken we aan kennis en aan oplossingen waarmee mensen niet afhankelijk zijn van het directe regenwater, maar ook kunnen werken met opgeslagen water. Dat doen we bijvoorbeeld door gebruik te maken van pompen en apparatuur voor irrigatie. Daarmee kunnen boeren, met een goed regenseizoen, twee keer oogsten in het droge seizoen. Is de regenval zoals in het afgelopen jaar onvoldoende, dan is er ook niet genoeg opgeslagen water en daalt de productiviteit. Dus ook met deze kennis en voorzieningen blijft er een mate van onzekerheid.’
Wat zijn jullie verwachtingen voor de komende tijd?
Julius: ‘Ik wil geen doemdenker zijn, maar als er niets gebeurt, verslechtert de situatie snel. Er is inzet nodig van goededoelenorganisaties, overheden, donoren en andere partijen om mensen weerbaarder te maken. Een wondermiddel bestaat niet; we hebben wel een andere focus nodig. We moeten praktisch zijn in onze benadering. Bijvoorbeeld door ons te realiseren hoe urgent de aanplant van bomen is. Snelgroeiende bomen, vanwege de houtkap – de behoefte aan hout om op te koken gaat niet snel veranderen. En daarnaast te zorgen voor high value bomen die voor inkomen kunnen zorgen, een voedingsbron zijn én klimaatverandering helpen tegengaan.’
Bedrijfsmatige aanpak
Andre: ‘We hebben bomen nodig die blijven staan: die niet worden gekapt, niet door de geiten worden kaal gegeten. Gewasdiversificatie is een sleutel tot verandering. Naast sneller groeiende gewassen als mais, waar zij jaarlijks hun inkomsten uit halen, kunnen boeren bomen planten waarvan ze na een aantal jaren kunnen oogsten. Mensen die hun inkomen uit de bomen halen, voelen zich er verantwoordelijk voor. De ervaring leert dat de combinatie tussen ontwikkelingsprojecten en het bedrijfsleven hierbij heel goed werkt, óók in kwetsbare contexten. Bijvoorbeeld rond de verwerking van cashews en mango’s, zoals we dat in verschillende Afrikaanse landen al doen. De bedrijfsmatige aanpak is ook heel goed in te zetten tegen klimaatverandering. Zelfs in zeer afgelegen gebieden waar bijna niets groeit is deze aanpak, met de juiste technieken, effectief.’
Julius: ‘Het veranderende weer heeft ook invloed op het bijenhouden, één van de projecten in Oeganda. Groeien de gewassen niet, dan zijn er geen bloemen en is de honingopbrengst ook laag. In het project van Woord en Daad planten we daarom samen met de boeren macadamiabomen en cashewbomen. Deze bomen zijn goed voor de bijen en zorgen voor stabiliteit in het ecosysteem. Zo kunnen we zoeken naar oplossingen die meerdere problemen tegelijk aanpakken.’
Dit is een artikel uit de septembereditie van ondernemersmagazine Daadkracht.
Tekst: Marlies Moret