Een nacht om nooit te vergeten: ruim één jaar na de aardbeving in Syrië

In de nacht van 5 op 6 februari worden Turkije en Syrië getroffen door een aardbeving. Tienduizenden mensen worden bedolven onder het puin en laten het leven. Familieleden die achterblijven wachten op hulp. Schrijnend genoeg blijft noodhulp in Syrië lange tijd uit, vanwege de politieke situatie in het land. Hulporganisaties die het land wel bereiken, beperken de hulpmiddelen. Samen met het Christelijk Noodhulpcluster* startte Woord en Daad een noodhulpactie om de getroffen huishoudens te ondersteunen. De vele donaties die Woord en Daad ontving, zijn besteed via ZOA, die in tegenstelling tot Woord en Daad in Noord-Syrië actief is.

De nood in het noorden van Syrië wás al groot vanwege de jarenlange burgeroorlog. Totdat de aardbeving van 6 februari het land treft. Een jaar na de ramp bezoekt Programma Bestuurder Jacob-Jan Vreugdenhil het gebied: ‘De sporen van oorlog en de aardbeving zijn duidelijk zichtbaar: ingestorte gebouwen, kogelgaten en mortierinslagen op gevels tekenen het straatbeeld.’ In de eerste dagen na de aardbeving werd er gefocust op het voorzien in de eerste levensbehoeften, zoals onderdak, kleding en eten en drinken. Een andere effectieve methode die ingezet werd, was het uitdelen van contant geld, zodat mensen zelf konden aanschaffen wat ze het hardst nodig hadden. Naast korte-termijnhulp is er ook aandacht voor de lange-termijnoplossing vertelt Vreugdenhil: ‘We hebben met ZOA een samenwerkingsafspraak, waarin iedere partij doet waar die goed in is. ZOA in directe noodhulp en Woord en Daad denkt mee op ontwikkelingsinterventies op de lange termijn.’

De nood in Syrië blijft hoog. Vreugdenhil: ‘Mensen zijn wel weer ‘teruggeveerd’ na de schok van de aardbeving. Ik heb geen tentenkampen gezien, maar dat betekent niet dat mensen het niet moeilijk hebben. De inflatie is bijvoorbeeld enorm hoog. Als je in een restaurant uit eten gaat, moet je stapels geld op tafel leggen. En er is weinig perspectief voor het land vanwege de internationale sancties. De economie zit op slot. Een politieke oplossing is er ook niet en niemand weet hoe het goed komt.’ Eind december 2024 zou de samenwerking met ZOA beëindigd worden. Mogelijk komt hier een vervolg op. Vreugdenhil: ‘Samen met ZOA bekijken we welke kant we met het bestaande programma opgaan en of we langer betrokken kunnen zijn om tot verduurzaming van onze inspanningen te komen. Concreet zou dit kunnen gaan over het ondersteunen van productieketens van boeren.’

De situatie in Syrië lijkt uitzichtloos. Toch is er goed nieuws: er is hoop voor hen die Hem liefhebben. Want er is geen Ander die weet wat het is om te lijden en verlaten te worden. De Turkse vader Mesut moest zijn dochter loslaten. Maar Zijn handen laten nooit los. Hij draagt ons door het leven heen.