‘Ik herinner me dat wanneer mijn ouders geld nodig hadden, we abaca oogsten. De volgende dag konden we de abaca verkopen aan een handelaar,’ vertelt de 69-jarige Monica de la Cruz. De Filipijnse boerin maakte ook de neergang van de abacateelt mee, maar ze heeft hoop dat haar kleinkinderen weer zullen profiteren van de inkomsten uit abaca.
Monica de la Cruz
Monica woont samen met haar man in een dorp in Dolores, op Samar. ‘We hebben zeven kinderen, ze zijn allemaal getrouwd.’ Samen met haar man verbouwt Monica verschillende gewassen. ‘Mijn man is analfabeet, daarom ben ik lid geworden van de coöperatie in ons dorp. Maar hij is groot voorstander van het project om de abacateelt te herstellen.’
Belangrijkste inkomsten
De Filipijnen zijn wereldwijd de grootste producent van de abaca. Deze natuurlijke vezel wordt gewonnen uit een plant die lijkt op een bananenplant. ‘Toen ik opgroeide was abaca de belangrijkste inkomstenbron voor mijn ouders,’ herinnert Monica. Als haar ouders geld nodig hadden, oogsten ze een deel van de abaca. Een dag later konden ze de vezels verkopen en verdienden ze geld. Bij de andere gewassen duurde het langer voordat er geld verdient werd.
Dat veranderde toen de abacaplanten besmet werden met het Bunchy Top Virus. Deze plantenziekte heeft grote impact op de oogst van de boeren. ‘Toen de abaca afstierf, werden kokosnoten onze belangrijkste inkomstenbron.’
Enthousiast
In 2020 startte Woord en Daad samen met lokale partners een project op Mindanao, in het zuiden van de eilandengroep, om kleinschalige abacaboeren te ondersteunen. In 2022 breidden we dit project uit naar Samar. ‘We zijn heel enthousiast en we twijfelden geen moment of we deel wilden nemen aan dit project,’ vertelt Monica.
We ondersteunen de boeren om de abacateelt weer op te pakken. De boeren ontvangen stekjes van de abacaplant, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. ‘Mijn man is heel tevreden, want toen we de 150 stekjes gingen planten, kregen we ook training hoe we dat het beste konden doen.’
Groeiende hoop
Daarmee groeit bij Monica de hoop dat de abacateelt op een dag weer net zoveel invloed zal hebben op het leven van de boeren als in haar kindertijd. ‘Nu de stekjes groeien, hopen we dat de abacasector weer zal opleven en dat onze kleinkinderen naar school kunnen blijven gaan.’
Samen met de boeren bouwen we aan een duurzame keten voor abaca. De boeren werken samen in coöperaties en krijgen training in ondernemerschap. ‘Ik moedig mijn kinderen aan om ook abaca te planten op hun akkers. We hopen dat in begin 2023 alle leden van onze boerengroep de abaca geplant hebben.’