„Toen ik nog veel te jong was om dit te doen, zag ik in de GezinsGids al foto’s van kinderen die je kon sponsoren,” vertelt Wiline. „Ook kwam Woord en Daad elk jaar bij ons op de basisschool om iets te vertellen over de projecten waar de stichting bij betrokken was. Zo werd het vlammetje al heel vroeg bij mij aangewakkerd. Ik moest alleen eerst nog wat ouder worden. In 2013 begon ik met sponsoren: Prionti, een meisje uit Bangladesh. Ik heb slechts één jaar contact met haar gehad, want zij kreeg veel last van heimwee en ging terug naar haar familie. Toen stopte dus de sponsoring.”

Kreeg je daarna een ander kind toegewezen
„Nee, dat heb ik zelf opgezocht op de site van Woord en Daad. Het liefst zou ik ieder kind dat op de site stond sponsoren, maar ik moest een keus maken. Dit keer was het een jongetje uit de Filipijnen: John Patrick. Hij heeft ouders, een zus van vijftien en een zusje van negen. Zijn vader is chauffeur van een taxifiets. Hoewel deze man hard werkt, is zijn inkomen niet voldoende om zijn gezin te onderhouden. Daarom mocht John Patrick meedoen met het programma van Woord en Daad en partnerorganisatie AMG Filipijnen. Toen ik hem negen jaar geleden leerde kennen, zag hij er zwak en bleek uit. Het was duidelijk aan hem te zien dat hij toen niet voldoende gezonde voeding kreeg. Zijn ouders hebben wel een eigen huis, maar de constructie hiervan is niet zo best. Vroeger moesten ze ver lopen om aan water te komen. Tegenwoordig is dat minder ver, maar het duurt nog altijd zes minuten. Als je dat vergelijkt met hoe dat bij ons gaat, dan schaam ik me soms.”

Jouw keuze viel op John Patrick omdat de foto je erg aansprak. Tegenwoordig staan er geen foto’s meer op de site van Woord en Daad. Kun je je dat voorstellen?
„Ja, toch wel, want het zou zomaar kunnen dat sommige kinderen nooit gekozen worden. Dan kiest iemand bijvoorbeeld het kind dat het leukst lacht op de foto of het kind dat het verdrietigst kijkt. Als je een kind wilt sponsoren, mag je aangeven of je een jongen of een meisje wilt, je kunt een land kiezen en je mag je voorkeur uitspreken voor de leeftijd van het kind. Daarna doet Woord en Daad een voorstel. Elk kind dat op de site genoemd wordt, heeft steun nodig. Dan is het niet goed als sommigen van hen nooit gekozen worden.”

Iedere maand geef je ongeveer dertig euro. Weet je ook wat er met dat geld gebeurt?
„In eerste instantie is dit geld bestemd voor John Patrick. Daardoor kan hij naar school en krijgt hij iedere dag een gezonde maaltijd. Ook medische zorg en kleding kan hiermee betaald worden. Ik heb begrepen dat met het sponsorgeld ook nog andere dingen bekostigd worden. Dan denk ik aan trainingen voor de ouders of voor de docenten. Ik kan me voorstellen dat op deze manier de inhoud van de lessen steeds beter wordt.”

Wat is de reden dat je juist voor Woord en Daad hebt gekozen?
„Het belangrijkste vind ik dat zij werken vanuit een christelijke identiteit. En wat me al meteen erg aansprak, is dat ik ‘rechtstreeks’ contact mocht hebben met het kind dat ik steun. Ik weet nog dat dat in die beginjaren vrij uniek was. Het had voor mij een meerwaarde dat ik persoonlijk naar John Patrick schreef en dat hij mij zelf terugschreef. Ik heb er trouwens nooit spijt van gehad dat ik via
Woord en Daad sponsor. Als ik een vraag had, nam ik contact op met de speciale afdeling voor sponsors en binnen één werkdag kreeg ik altijd een reactie. Verder heb ik gemerkt dat het geld dat ik overmaak echt terechtkomt bij de mensen die het nodig hebben.”

Heb je regelmatig contact met John Patrick?
„Ik schrijf hem meestal vier keer per jaar. Dan vertel ik over het dagelijkse leven in Nederland en over de dingen die ik meemaak. Dat kan iets leuks zijn, maar soms ook iets verdrietigs. In zijn brieven schrijft hij over zijn eigen leven, over zijn vrienden, zijn familie en zijn school. Altijd stuurt hij een tekening mee en één keer per jaar krijg ik een foto. Zelf probeer ik in iedere envelop een paar foto’s te doen, van onszelf of van onze dieren. We hebben namelijk een hond, een parkiet, konijnen en negen cavia’s. Regelmatig stuur ik een cadeautje mee: een leesboek, een kleurboek met kleurpotloden of spelletjes. Nu hij ouder wordt, wordt het contact steeds persoonlijker. Hij is in staat om meer terug te schrijven.”

Doe je met zijn verjaardag nog iets speciaals?
„Elk jaar rond zijn verjaardag gaat er een speciaal pakket naar de Filipijnen. Daarvoor bestel ik bij de GBS boekjes in het Engels, meestal Bijbelse verhalen. Omdat in John Patricks klas ongeveer vijfenveertig kinderen zitten, pak ik eenzelfde aantal boekjes elk apart in met een mooi strikje eromheen. Dit doe ik bewust, zodat er geen aanleiding is voor de andere kinderen om jaloers te worden. De GBS sponsort mij hiermee en daar ben ik dankbaar voor. John Patrick vindt het trouwens fantastisch als hij cadeautjes uit mag delen aan zijn vriendjes en klasgenoten. Voor hemzelf bestel ik een boek dat de juf ook in de klas voor kan lezen. Dat kan een kinderboek zijn of een boek over iemand uit de kerkgeschiedenis. Het hangt er maar net van af wat ik in het Engels kan vinden. Het kost wat tijd en geld, maar als ik zie hoe enthousiast hij – en zijn moeder – reageert, dan heb ik dat er echt voor over.”

Je hebt alle brieven bewaard die je in die negen jaar van John Patrick hebt gekregen. Wat heeft je het meest geraakt?
Na een korte aarzeling: „Ik vind dat best een lastige vraag. Wat mij vooral raakt, is dat hij met ons meeleeft en voor ons bidt. In elke brief vertelt hij hoe dankbaar hij is voor de steun die hij krijgt. Het gevoel dat er ver weg een kind is dat aan me denkt, is onvoorstelbaar. En dat terwijl wij het in veel opzichten zo veel beter hebben en zo vaak vergeten om er dankbaar voor te zijn. Met name door hem ben ik de kleine dingen gaan waarderen. Hij leefde mee toen mijn opa overleed en ook rond onze trouwdag stelde hij allerlei vragen. Hij is echt een onderdeel van ons gezin. Ik ben gewoon trots op hem als ik zie hoe goed hij zijn best doet op school en hoe zijn cijfers omhooggaan. Eerst schreef hij maar een paar woorden, nu zijn het volledige brieven. Eerst bestond zijn tekening uit een paar krassen, nu zijn het complete schilderijtjes. De kleine, verlegen jongen is een stoere vent geworden, die weet waar hij voor staat. Zowel op onze slaapkamer als in onze woonkamer staat een foto van hem. Hij hoort er dus helemaal bij in huize Den Broeder.”

Corresponderen jullie in het Engels?
Lachend: „Dat klopt en Google Translate is mijn grote vriend, want ik ben niet zo goed in die taal. Af en toe vertaal ik zijn brieven helemaal, zodat ik precies weet waar hij het ver heeft. Daar kan ik dan op inspelen als ik terugschrijf.”

Kun je iedereen aanraden om een kind te sponsoren?
„Als je geld en ruimte in je hart overhebt, zou ik dat zeker overwegen. Het is de moeite waard. Je mag liefde geven, maar je krijgt er nog meer voor terug: wederliefde, leuke brieven en foto’s.”

Tekst en beeld

Tekst D. De Bruin – Palland