‘Ik wil graag juf worden,’ vertelt Bedatu met een verlegen glimlach. ‘Omdat ik mijn Engelse leraar zo goed vind.’ Dankzij het project van Hope, een partnerorganisatie van Woord en Daad, kan het Ethiopische meisje naar school. Haar ouders vertellen hoe blij ze zijn. ‘Niet alleen onze dochter profiteert van dit project, ook wij hebben er voordeel van!’ vertelt haar moeder dankbaar.
Omringd door haar familieleden vertelt de 6-jarige Bedatu hoe haar dag eruit ziet. ‘We wonen in een huis met een tinnen dak. ’s Morgens maak ik mezelf klaar om naar school te gaan. Na het wassen trek ik mijn schooluniform aan en kijk ik mijn huiswerk na.’ De rest van haar dag is gevuld met leren, opdrachten maken en spelen.
Leven op het platteland
Bedatu woont op het platteland in Roggie Village, in de Oromia-regio in het zuidwesten van Ethiopië. Haar familie leeft in armoede en de omstandigheden zijn verre van eenvoudig. Bedatu’s beide ouders zijn boer en daardoor erg afhankelijk van de weersomstandigheden. Als er te weinig regen valt, brengt de oogst minder op. Daarnaast zijn er politieke spanningen en is er beperkte toegang tot gezondheidszorg.
God zorgt
Bedatu groeit op in een moslimgezin en krijgt via de school van Hope christelijk onderwijs. Wat ze op school leert, kan ze thuis weer doorvertellen. Voor ze in het sponsorprogramma van Hope terechtkwam, ging ze niet naar school. Ook was er niet genoeg voedsel. ‘Nu krijg ik een ontbijt en een lunch bij het Hope-project,’ vertelt Bedatu. Ook de situatie van haar ouders veranderde ten goede. Via hetzelfde project namen ze deel aan een training. ‘We leerden hoe we geiten kunnen houden. Zo kunnen we onze eigen inkomsten genereren!’ Haar vader vult aan: ‘God zorgt voor alles wat we nodig hebben.’
Droom
Bedatu is blij met de steun van haar sponsors. ‘Ik hoop dat jullie me blijven steunen,’ zegt ze. Haar oudere zus helpt haar met haar schoolwerk. Bedatu doet op school goed haar best en het is haar droom om een voorbeeld zijn voor haar vriendinnen. ‘Ik wil graag een goede leerling zijn.’