De Filipijnen waren meer dan drie eeuwen lang een Spaanse kolonie en vernoemd naar een 16e-eeuwse Spaanse koning Filips II. In het begin van de 20e eeuw zijn ze door de VS overgenomen na een langdurige opstand tegen de heerschappij van Madrid. In 1935 kregen de Filipijnen zelfbestuur en in 1946 werden ze volledig onafhankelijk onder een Amerikaanse grondwet.
De officiële talen op de Filipijnen zijn Spaans en Filipino. Meer dan 80 procent van de bevolking is christelijk. De hoofdstad van het land, dat 115 miljoen inwoners telt, is Manilla.