Bloedheet was het, die zomer van 2018. Terwijl ik zwoegde op mijn afstudeerscriptie, vierde de rest van Nederland vakantie. Die zomer is niet alleen onvergetelijk vanwege het warme weer, maar ook vanwege de ontdekkingen die ik deed.
Ik deed onderzoek naar de wereldwijde kledingindustrie. En wat je eenmaal weet, kun je niet meer ‘niet weten’. De industrie waarin jouw kleding wordt gemaakt, kent namelijk twee serieuze problemen: uitbuiting en vervuiling. In dit artikel van gisteren lees je daar meer over.
Wie maakte jouw kleding?
In de jaren ’70 van de vorige eeuw ontstond het fenomeen fast fashion. Ketens als Zara en H&M hadden een winkelvoorraad die iedere drie weken wisselde. Hoe dat kan? De productie van kleding vond niet langer in eigen land plaats, maar verplaatste naar lagelonenlanden zoals Bangladesh, Indonesië en China. Tussen 2000 en 2014 is wereldwijd het aantal kledingstukken dat iemand bezit met 60% toegenomen. Inmiddels is zelfs fast fashion niet snel genoeg en is er sprake van ultra fast fashion!
Dubbele werkweek achter de naaimachine
De productiekosten van kleding zijn sinds 2000 steeds meer gedaald, terwijl de kosten van winkels (huur, personeel) gestegen zijn. Desondanks zijn de kledingprijzen steeds verder gedaald. Dat kan alleen door de lonen zo laag mogelijk te houden. De makers van kleding voor het Westen worden dus lager en lager betaald. In Aziatische kledingfabrieken maken naaisters vaak werkweken van 60 tot 90 uur.
Als mensen moeten werken onder slechte omstandigheden, spreken we niet van eerlijke kleding. Maar: in de winkel kun je dat vaak niet zien.
Te veel, te vaak, te goedkoop
Alle kleding is handgemaakt. Misschien niet volledig, maar aan ieder kledingstuk komen wel mensenhanden te pas. Mensen zoals jij en ik, met dromen en wensen. Mensen die recht hebben op waardig werk en een leefbaar loon. Waar het Westen vanwege regelgeving de handen niet vuil wil maken aan het uitbuiten van mensen, verplaatsen we dat moeiteloos naar landen waar dat wel kan. We willen te veel, te vaak, te goedkoop.
Waar kun je op letten?
Waar kun je dan op letten bij het kopen van kleding? Er zijn gedragscodes waar kledingmerken zich bij kunnen aansluiten. Zo werd na de ramp van Rana Plaza het Bangladesh-akkoord opgesteld. Sinds september 2021 is het opvolgend internationaal veiligheidsakkoord van kracht. Kledingmerken die zich daarbij aansluiten kun je vinden via de merkenmonitor van de Schone Kleren Campagne.
Maar gedragscodes en verdragen kun je niet op een kledingstuk terugvinden. Wel kun je in Nederland kleding kopen met een keurmerk. Bij het winkelen kun je kun je via het keurmerk nakijken of er bij het maken van de kleding rekening is gehouden met goede arbeidsomstandigheden. In de Keurmerkenwijzer van Milieu Centraal vind je uitleg over kledingkeurmerken. Let er wel op dat het voor kleine kledingmerken erg duur is om een certificering aan te vragen. Via ProjectCeCe vind je een overzicht van allerlei mooie, duurzame merken die je vaak in ‘gewone’ winkels niet vind.
Over de auteur
Hannah Neele zit in team Bewustwording en daar past ze perfect. Al jaren houdt ze zich bezig met duurzaamheid en eerlijke kleding en stapje voor stapje probeert ze haar eigen leven ‘groener’ te maken. Komt dat even goed uit: groen is haar lievelingskleur!