‘We zijn hier om jullie te helpen, uit naastenliefde. We zijn geen grote organisatie, dus we hebben u nodig om dit dorp weer op te bouwen. Wat kunnen jullie daarin zelf bijdragen?’ Dat zijn de eerste woorden van de Filipijnse voorganger Hector Arana wanneer hij een rampgebied bezoekt.
In oktober spraken twee lokale partnerorganisaties van Woord en Daad elkaar met als doel: van elkaar leren over het verlenen van noodhulp. Zowel op de Filipijnen als in Haïti kent de bevolking de gevolgen van aardbevingen en orkanen.
Arana is directeur van AMG Filipijnen, één van de partnerorganisaties van Woord en Daad. Een kleine, christelijke organisatie die onder meer noodhulp biedt na natuurrampen zoals orkaan Vamco een jaar geleden. Dat doen ze sámen met de lokale bevolking. Deze manier van werken voorkomt dat de bevolking hulpafhankelijk wordt en stimuleert juist een samenwerking tussen de lokale bevolking en hulporganisaties.
Verplaatsbare huizen
Een praktisch voorbeeld van deze samenwerking zijn de huizen die gebouwd zijn na de orkaan. Deze huizen kunnen makkelijke worden uitgebreid wanneer de bewoners daar zelf behoefte aan hebben. Ook zijn de woningen goed te verplaatsen, wat een praktische oplossing is voor onenigheden over landrechten.
Kant-en-klare oplossingen
Ook in Haïti zijn onze partners bekend met het verlenen van noodhulp. Jean Anold Jules van partnerorganisatie P&A: ‘Het belangrijkste is om de lokale gemeenschap te betrekken bij de noodhulp die je wilt bieden. Hun feedback, input en eigen perspectief op de situatie is heel belangrijk. Draag geen kant-en-klare oplossingen aan, maar ga in gesprek. Zíj zijn ten slotte de mensen die baat moeten hebben bij de hulp.’ Door deze werkwijze, is de partner er zeker van dat iedereen op dezelfde lijn zit en samenwerkt om het doel te bereiken.
Jules: ‘Het feit dat mensen elkaar helpen bij het bouwen van een huis, schept een band en geeft vertrouwen. Deze factoren zijn van cruciaal belang omdat dit directe gevolgen heeft voor hoe men met elkaar omgaat.’ Tegelijkertijd realiseert Jules zich dat het van belang is om deze werkwijze scherp voor ogen te houden. ‘In de agri-sector gebruikten we deze werkwijze ook. Een groep boeren hielp elkaar totdat iedereen was geholpen. Deze aanpak zijn we uit het oog verloren, maar het is goed om dit opnieuw te initiëren binnen de sector.’