Dit is een artikel uit Daadkracht (aprileditie 2021).
Toen eind jaren ’90 Solidaridad het Max Havelaar-keurmerk ook in de bananensector wilde introduceren gaven de handelsbedrijven niet thuis. Daarom werd AgroFair opgericht: pionier in de fairtrade bananen. Dit jaar viert het importbedrijf uit Barendrecht haar 25-jarig jubileum. Wat klein begon groeide uit tot een grote speler in de fairtrade-bananen. Hans-Willem van der Waal (CEO) vertelt over eerlijk zakendoen in een competitieve sector.
Kunt u agrofair omschrijven, wat doen jullie en hoe onderscheiden jullie je in de markt?
AgroFair is de pionier van de fairtrade banaan. Eind jaren ’90 had de Nederlandse stichting Solidaridad het Max Havelaar-keurmerk voor koffie gelanceerd. Ze wilden toen uitbreiden naar bananen, maar geen enkele bananenimporteur was bereid mee te doen. Toen heeft Solidaridad in 1996 een eigen importeur opgericht: AgroFair. We vieren dit jaar het 25-jarig jubileum. We doen nog steeds hetzelfde als in het begin: fairtrade bananen importeren, in Europa en Azië. Inmiddels zijn er ook concurrenten die dat doen. Onze leveranciers zijn voor een groot deel coöperaties van kleine boeren en het unieke is dat deze samen indirect onze grootste aandeelhouder zijn. Zij hebben ruim 40% van het kapitaal, nemen deel aan de aandeelhoudersvergadering en dragen een commissaris voor. Fairtrade is na 25 jaar sterk ingeburgerd. We proberen voorop te blijven lopen bij thema’s als leefbaar loon, en ecologische duurzaamheid. Denk daarbij aan het verminderen van pesticiden en het hergebruiken van plastic. We zijn ook sterk bezig met de invloed van klimaatverandering.
Hoe garanderen jullie dat fair ook echt fair is?
Fairtrade is een systeem van een onafhankelijke organisatie met een goed ontwikkelde standaard. Die wordt door onafhankelijke inspecteurs elk jaar bij alle aangesloten producenten geauditeerd. Als er tussentijds klachten zijn, kunnen werknemers die melden. Geen enkel systeem is volmaakt, maar ik denk dat fairtrade robuuste waarborgen biedt en ook veel vertrouwen geniet bij consumenten en zakelijke partners. Ook zonder fairtrade kun je eerlijk zakendoen natuurlijk. Eerlijk zijn en afspraken nakomen, vooral eerlijk zijn als je leverancier je niet kan narekenen en van jou afhankelijk is. En blijven leren, veranderen als er iets anders of beter kan.
Ik ben op Ambon om naar bijzondere bananen te zoeken, samen met een team van de Wageningen Universiteit (een professor en een medewerker).
Fair is de kern van agrofair, maar in de bananen/ fruitsector zijn ook grote multinationals actief en is de concurrentie stevig. Levert dat een spanningsveld op en hoe gaat u daarmee om?
De bananenindustrie wordt gedomineerd door grootschaligheid. Het is een lage-prijsproduct, vaak goedkoper dan appelen uit ons eigen land. Dat komt omdat bananen het hele jaar door en op een zeer intensieve manier worden geproduceerd, in landen met lage arbeidskosten. Tot 2006 bestond er een systeem van invoerlicenties, dat bestaande bedrijven, meest multinationals, bevoordeelde. Nu dat verdwenen is, zijn er veel meer toetreders gekomen. Dat werd mede mogelijk door de snelle groei van de scheepvaart en de introductie van koelcontainers. Tot die tijd moest je altijd een heel koelschip charteren om bananen te vervoeren, of op zijn minst een deel van een ruim het hele jaar vast contracteren. Door de containers is de leveringsketen veel flexibeler geworden en zijn er nieuwe toetreders gekomen. De grote multinationals hebben marktaandeel ingeleverd. De heftige strijd wordt vooral veroorzaakt door de inkoopmacht van supermarkten. In elk land zijn er maar een paar. Daardoor speelt prijs een grote rol, maar gelukkig is er ook nog loyaliteit en interesse voor nieuwe duurzame ideeën.
Waarom is eerlijke handel voor u persoonlijk een belangrijk thema?
Ik moet daarbij altijd denken aan Bijbelse waarden zoals die uitgedrukt worden in diverse verzen, die ik nog steeds heel relevant vind als moreel zakelijk kompas: Een dagloner, die het al moeilijk genoeg heeft, mag u niet uitbuiten, of het nu iemand van uw eigen volk betreft of een vreemdeling die in een van uw steden woont (naar Deut. 24:14). En: Betaal een dagloner zijn loon nog op dezelfde dag uit (naar Lev. 19:13). Maar ook voorzorgsprincipes die beschreven worden, zoals het hebben van een balustrade op een begaanbaar dak. Dat kun je vergelijken met het verstrekken van voldoende bescherming tegen arbeidsrisico’s. Deze thema’s zijn nog steeds actueel in de bananenlanden. Slechte betaling, te weinig, te laat, gevaarlijke arbeidsomstandigheden en migratieproblematiek: in Costa Rica werken veel gemigreerde Nicaraguanen, in de Dominicaanse Republiek bijna uitsluitend Haïtianen.
Zijn de agrarische sector en de internationale fruithandel een sector waar misstanden als kinderarbeid een groot risico vormen?
Kinderarbeid lijkt het meest voor te komen in kleinschalige landbouwproductie. Cacao en koffie zijn typische voorbeelden. Families voorzien in hun eigen arbeidsbehoefte of schakelen deels losse arbeiders in. Hier is de bescherming van rechten van arbeiders en het voorkomen van kinderarbeid het grootste risico. Sommige families hebben het inkomen nodig om het hoofd boven water te houden. De bananenindustrie bestaat voor het grootste deel uit middelgrote en grote plantages met werknemers. Informele arbeid komt er weinig voor, en door hun grootte en zichtbaarheid is overheidstoezicht makkelijker. Een klein deel bestaat uit kleine boeren met slechts een paar hectare grond. Daar is het risico groter. De internationale bananenhandel is vooral geënt op de grotere plantages en door de bederfelijkheid heel lineair en traceerbaar. In cacao en koffie ligt dat veel moeilijker.
Soms hoor je het argument dat een (relatief) kleine ondernemer de keten niet kan veranderen, maar dat die rol juist weggelegd is voor multinationals. Hoe ziet u dat?
De grote vernieuwingen beginnen meestal niet bij grote bedrijven maar eerder bij kleinere, denk ik. De introductie van fairtrade koffie begon ook niet bij de grote jongens. De biologische banaan trok eerst de aandacht van kleinere producenten en importeurs. Kleinere bedrijven kunnen niet alleen grotere stappen nemen, ze kunnen het ook sneller doen, doordat ze wendbaar zijn. Grote bedrijven kunnen een groot verschil maken door hun volume, maar de stappen zijn vaak maar klein. Zij zijn zelden de initiatiefnemers van grote veranderingen.
Is uw keten vrij van kinderarbeid?
AgroFair pionierde met fairtrade bananen en bracht de markt in beweging. Tony Chocolonely schudde de chocolademarkt op door te streven naar 100% slaafvrije chocolade. Max Havelaar koffie overwon de scepsis van grote koffiebedrijven door eerlijke koffie op de markt te brengen. Grote veranderingen beginnen vaak klein. Ligt er in uw keten een uitdaging op kinderarbeid? Woord en Daad trekt graag samen met u op om – dankzij het subsidieprogramma van de Nederlandse overheid – met een klein begin een grote verandering na te streven. Want: alle kinderen verdienen de kans om naar school te gaan! In het Fonds Bestrijding Kinderarbeid is geld beschikbaar voor bedrijven die onderzoek willen doen naar oorzaken van kinderarbeid in hun productieketen en hiertegen op lokaal niveau maatregelen willen nemen. Dit hoeft u niet zelf te doen. Woord en Daad wil hierin graag uw partner zijn en kan het indienen van de subsidieaanvraag oppakken. We kunnen het consortium in overleg verder uitbreiden. Woord en Daad heeft een breed netwerk van lokale partnerorganisaties en projecten in ruim 20 landen wereldwijd. We zoeken graag naar mogelijkheden om hieraan gelieerd een nieuw project op te zetten. Heeft u interesse om dit onderzoek in uw keten uit te voeren? Neem dan vrijblijvend contact met ons op. We kunnen dan samen vervolgstappen verkennen en het fonds benaderen. Grote veranderingen beginnen vaak klein. Samen hopen we wereldwijd kinderen een hoopvolle toekomst te bieden!
Arjen Bulk: a.bulk@woordendaad.nl
Roeland van Everdingen: r.vaneverdingen@woordendaad.nl