In de vorige blog zag u hoe politiek adviseurs van Woord en Daad soms de weg kwijtraken in de krochten van het Europese Parlement. Snel terug naar het vertrouwde Den Haag.
Het hele jaar door vinden er in Den Haag debatten plaats met de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Sigrid Kaag. Variërend van handelsverdragen tot voedselzekerheid, van bedrijfsontwikkeling tot het bereiken van mensen met een handicap. November springt er uit als maand met veel ‘politiek geweld’. In die maand debatteert de Kamer met de minister over de inhoud van haar plannen voor het volgende jaar, de hoogte van het ontwikkelingsbudget, en de doelen waar de Nederlandse regering haar ontwikkelingsgeld aan uitgeeft.
Voor ons als lobbyisten zijn dit hoogtijdagen. Want er hangt nogal wat vanaf welke keuzes de minister maakt. Wat zijn de gevolgen van die keuzes voor mensen in ontwikkelingslanden?
In aanloop naar dit soort belangrijke debatten gaan we in gesprek met Kamerleden. We spreken met hen over wat henzelf is opgevallen en welke vragen zij hebben voor de minister. Maar andersom zijn Kamerleden vaak ook benieuwd naar wat wij van beleidskeuzes vinden. Zodoende zijn dit ook momenten waarop we, vanuit de kennis en ervaring die Woord en Daad heeft vanuit haar werk in ontwikkelingslanden, onze zorgen en ideeën met hen delen.
Zo spraken we met Kamerleden over de stand van zaken van een nieuw fonds voor jeugdwerkgelegenheid die de minister mede op verzoek van de Kamerleden heeft opgestart. Over de problemen van mensensmokkel en wat Nederland daar aan zou kunnen doen. Maar ook over de voor- en nadelen van bindende wetgeving voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. De negatieve gevolgen van bepaalde bedrijfsactiviteiten doen immers veel positieve inspanningen teniet. Het was goed om te zien dat de minister op deze en andere punten soms flink aan de tand werd gevoeld.
Stevige parlementaire controle van ministers is cruciaal, want de keuzes die ze voorstellen zijn niet zonder meer verstandig. Daarbij is het belangrijk dat er verschillende geluiden klinken. De stem die niet zomaar gehoord wordt, is de stem van de mensen in ontwikkelingslanden. Terwijl het Nederlandse beleid direct en indirect veel invloed op hen heeft. Aan ons de taak om die stem aan het woord te laten.
Geschreven door: Eddie Krooneman