Studenten opgeleid met baangarantie
Twaalf jaar geleden startte Woord en Daad samen met de lokale partnerorganisatie DEDRAS een vakschool in Parakou, een stad in het noorden van Benin. Aan het einde van 2019 gaat de vakschool Centre Evangélique pour Formation Professionelle – CEFOP zelfstandig verder.
Parakou is een stad met zo’n 200.000 inwoners in het noorden van Benin. De stad ligt langs de belangrijkste noord-zuid route en bruist daardoor van de economische activiteit. De vakschool, met de opleidingen Bouw, Metaal en Autotechniek, kon tegen die achtergrond in de achterliggende jaren groeien. Het terrein groeide uit tot een campus, waar veel studenten ook onderdak konden krijgen. Ondanks de successen van de opleiding bleek het voor veel jongeren lastig om een baan te vinden nadat ze een diploma behaald hebben. Alleen in de bouw konden de studenten al snel aan de slag. Dat is mede te danken aan de groei in die sector.
Vakschool wordt micro-Job Booster
Woord en Daad steunt een groot aantal vakscholen in landen wereldwijd. De verwachting is dat goed vakonderwijs zal zorgen dat jongeren ná de opleiding gelijk aan een baan te kunnen beginnen. Helaas was dit niet overal het geval. Vandaar dat binnen de organisatie besloten is om de focus te verschuiven van TVET naar het Job Booster concept. Binnen deze JB-aanpak wordt er gewerkt vanuit de vraag op de arbeidsmarkt. Jongeren worden via korte trainingen opgeleid en hebben daarbij baangarantie. Met de JB-aanpak kunnen méér jongeren in kortere tijd een baan krijgen. Vanuit die verandering besloot Woord en Daad en DEDRAS om de TVET-training op de vakschool anders aan te pakken. De lokale partnerorganisatie DEDRAS greep deze kans aan om de school om te vormen en de financiering lokaal op te zetten.
“Onze lokale partner heeft er zelf voor gekozen om de school te switchen van volledige financiering door donoren naar eigen inkomsten,” vertelt Cees Oosterhuis, projectleider vanuit Woord en Daad, enthousiast. “Het is mooi dat na 12 jaar investeren de vakschool blijft bestaan. De vakschool wordt eigenlijk een micro-Job Booster, waar jongeren opgeleid worden met een baangarantie en ook christelijk onderwijs ontvangen.”
School gaat geld verdienen
Vanuit een situatie waarin de donors de school financierde wordt deze vakschool omgevormd naar een zogenaamd ‘enterprise school’-model. Dat betekent dat de school in haar eigen financiële behoeften voorziet om de gebouwen te onderhouden, studenten op te leiden en de salarissen te betalen. De inkomsten lopen parallel aan de opleidingen.
Hoe doet deze vakschool dat? Er zijn twee bronnen van inkomsten. De jongeren in opleiding betalen lesgeld voor hun opleiding. Daarnaast verrichten de werkplaatsen ook diensten aan klanten tegen betaling (bv. Reparatie van auto’s, laswerkzaamheden, huizenbouw en – onderhoud). De inkomsten van de werkplaatsen draagt bij aan de operationele kosten van de vakschool én ondersteunen de opleiding van jongeren. De werkplaatsen blijven eigendom van DEDRAS, maar gaan functioneren als resultaatgerichte businessunits (enterprises in het Engels en Frans). Medewerkers krijgen geen vast salaris, maar worden uitbetaald al naar gelang de inkomsten en prestaties van de werkplaatsen. Hoe meer inkomsten een werkplaats kan genereren, hoe meer jongeren opgeleid kunnen worden. Daarnaast combineren de opleidingen theorie en praktijk, waarbij de studenten voor het praktijk deel daadwerkelijk in de praktijk opgeleid worden.
In samenwerking met het lokale bedrijfsleven worden jongeren gekoppeld aan een bedrijf. Daar kunnen ze stagelopen, maar de bedrijven bieden ook baangarantie. Op die manier snijdt het mes aan drie kanten: de jongeren doen ervaring op, ze hebben baangarantie en de school verdient geld.