In Leerdam is Woord en Daad ontstaan. In Gorinchem staat het kantoor van Woord en Daad al sinds jaar en dag. Maar in de Betuwe zijn de Woord en Daad-handdoeken ontworpen. Dat vertelt voormalig comitélid, mevrouw Thijsen-Kirpestein. Samen met haar echtgenoot richtte ze het Woord en Daad-comité Geldermalsen e.o. op. Dat is al zolang geleden dat ze niet eens meer precies weet wanneer ze destijds gestart zijn. Het was in de begintijd van Woord en Daad, toen de organisatie nog in de kinderschoenen stond.
Betekenen
‘In die tijd zag ik ergens een advertentie en die raakte me meteen’, vertelt Thijsen-Kirpestein. ‘De advertentie ging over zware regen in India – misschien was het in Hyderabad – en je zag een jongetje in zijn hut, met de benen omhoog omdat het water tot in zijn hut stond. Dat greep me zo aan. Juist omdat wij zo in welvaart leven. Ik heb toen gezegd dat ik graag iets wilde betekenen voor onze verre naasten.’
Naar aanleiding van de advertentie kwam het echtpaar in contact met Ivo ’t Lam. Hij vroeg hun een comité op te richten in de regio Geldermalsen. Dat was het begin van een jarenlange betrokkenheid bij het werk van stichting Woord en Daad. Hij als voorzitter, zij als secretaris van het comité.
Verkoop
Vooral de verkoop van artikelen speelde in de eerste tijd een grote rol. Dan denken we natuurlijk aan de befaamde Woord en Daad-handdoeken. Ze zijn destijds ontworpen door een broer van meneer Thijsen. Samen hadden ze Rotatie Drukkerij Thijsen die ook jarenlang het Woord en Daadblad drukte. Tot op de dag zijn ze in vele huishoudens nog te vinden, want ze zijn onverslijtbaar. Maar dat was niet het enige.
‘We belegden vaak avonden, dan kwam Ivo ’t Lam langs. We organiseerden zangavonden, zelfs huiskamerconcerten. Ik heb met een groepje op de markt bij de veiling muziek gemaakt. Mijn man schildert en die schilderijen verkochten we ook. En met de kleinkinderen heb ik ook nog eens gezongen op de Woord en Daad-dag in Houten.’
‘Ik heb het altijd heel graag gedaan’, vertelt mevrouw Thijsen. Aan motivatie voor het werk ontbrak het haar en haar man niet. Juist omdat ze ook met eigen ogen hebben gezien hoe nodig het werk was. ‘Ik ben drie keer op reis geweest, twee keer naar India en één keer naar Guatemala.’
Bezoeken
Haar eerste bezoek aan India was een cultuurschok, maar ook een openbaring, aldus Tijsen. ‘Tijdens onze eerste reis kwam een jongetje naar ons toe. In gebroken Engels vroeg hij of wij wilden bidden voor zijn moeder die een baby verwachtte. Eerder was een kindje doodgeboren, nu vroeg hij om te bidden of het kindje nu zou blijven leven. Heel indrukwekkend.’
Of zo’n reis ook een beetje spannend was? ‘Nee! Ik vond het alleen maar schitterend. Iedereen die mee was, betaalde de reis zelf, en was daardoor nog meer gemotiveerd. Juist door zo’n reis zie je ook waarvoor je het allemaal doet en de onderlinge harmonie was ontzettend goed.’
Dat is volgens Thijsen-Kirpestein ook wel typerend voor Woord en Daad. ‘Harmonie en christelijke bewogenheid. Dat het zó is uitgegroeid tot zo’n grote organisatie, dat is boven hoop en verwachting. De Heere heeft het echt gezegend.’